Ik heb me gewaagd aan Punch Needle. Het was zo leuk dat ik je mijn ervaring absoluut met je wil delen. Ken je het, die borduurtechniek waarbij je geen gewone naald gebruikt, maar een speciaal gereedschap om steken te maken?
Het was de dochter van een vriendin die bij mij thuis langskwam met haar werkje – gewoon om zich bezig te houden terwijl haar moeder met mij zat te praten. Punch Needle is nu eenmaal zó eenvoudig dat je er al vanaf 5 jaar mee aan de slag kan. Uiteindelijk heb ik meer zitten kletsen met het meisje dan met haar moeder! Hihi.
Dankzij de techniek kan je aan de ene kant van het doek een platte steek maken en aan de andere kant een structuur met lusjes. Het borduurwerk blijft op zijn plaats dankzij de spanning van de stof en de dichtheid van de steken – je hoeft dus helemaal geen knopen te maken.
Om zelf te beginnen, koos ik voor een kant-en-klaar startpakket. Zo wist ik zeker dat ik al het nodige in huis had: een punchnaald, een doek, bollen wol, een borduurring om de stof strak te spannen en een duidelijk patroon. Maar als ik ermee blijf doorgaan, ga ik wel investeren in beter materiaal.
Wat ik er vooral heerlijk aan vind, is het hypnotiserende effect. Terwijl ik ermee bezig ben, denk ik aan helemaal niets. Het is pure artistieke bezigheidstherapie. Het helpt je om tot rust te komen, even stil te staan en concentratieproblemen te reguleren.
Je begint met de wol door de magische naald te rijgen. Het is belangrijk dat de draad soepel door het gereedschap glijdt. Je kiest dan ook best een naald die past bij de dikte van je wol.
Eerst teken je de contouren van het motief op de stof. In mijn geval heb ik het patroon gewoon overgetekend, maar ik kijk ernaar uit om binnenkort zelf creatief aan de slag te gaan. Daarna begin je te borduren langs de buitenrand van het motief. Je werkt van buiten naar binnen.
Je plaatst de naald op de plek waar je de eerste steek wil maken: het handvat van de punchnaald moet het oppervlak van de stof raken, zodat de punt in het werkje zit. Zo maak je een platte steek. Het klinkt misschien ingewikkeld als ik het uitleg, maar in de praktijk is het echt simpel.
Wil je van kleur wisselen? Dan trek je gewoon aan de draad aan de lusjeskant en knip je hem af. Daarna rijg je een nieuwe kleur door de naald en kan je weer vrolijk verder prikken.
Oké, het is misschien niet het wandtapijt van Bayeux, maar het resultaat ziet er echt wel mooi uit. Het lijkt wat op reliëfborduurwerk, maar dan vaster, voller en ook zachter.
Het was trouwens een echte tapijtenweefster uit Oxford die deze middeleeuwse draadkunst nieuw leven in blies – vandaar dat de punchnaald soms ook ‘Oxford-naald’ genoemd wordt.
Ik raad je écht aan om het eens te proberen. En met het wisselvallige weer deze zomer hoef je niet eens te wachten tot de herfstavonden: zet je in de zetel, pak er een thee bij en Punch Needle erop los!
Open Immovlan