De herfst is hét ideale seizoen om nieuwe bomen te planten – zeker voor wie wil dat ze goed aanslaan en snel groeien. Maar vergis je niet: een boom planten is méér dan gewoon een gat graven en de boom erin zetten. Denk aan de bodemvoorbereiding, plaatskeuze, waterhuishouding, en nog veel meer. Met deze 6 praktische tips leg je meteen de juiste basis voor een gezonde boom met groeipotentieel.
1. Kies de juiste plek met toekomstvisie
Een boom kan tientallen jaren oud worden en enkele meters hoog en breed groeien. Denk dus goed na over de uiteindelijke grootte, zodat hij niet tegen gevels, leidingen of andere planten aanbotst. Hou ook rekening met de schaduw die hij na een paar jaar zal werpen op je tuin of woning. Een goede plaats is er één met voldoende zonlicht, luchtcirculatie én ruimte ondergronds voor de wortels om zich uit te breiden.
2. Bereid het plantgat op tijd voor
Graaf het plantgat idealiter al 2 tot 3 weken op voorhand. Zo kan de bodem zich zetten en zal het plantproces vlotter verlopen. Het gat moet minstens twee keer zo breed en even diep zijn als de kluit van de boom. De uitgegraven aarde leg je op een dekzeil, zodat je ze later opnieuw kan gebruiken. Maak ook de bodem van het gat goed los – dit stimuleert de wortelgroei enorm.
3. Vergeet de wortelbehandeling niet
Koop je een boom met blote wortel, dan is het belangrijk om voor het planten de uiteinden van de wortels lichtjes bij te knippen. Week de wortels daarna enkele uren in een mengsel van water, tuingrond en koeienmest (verkrijgbaar in tuincentra). Dit bevordert de vochtopname en helpt de boom om zich sneller aan te passen aan zijn nieuwe plek.
4. Steunpalen: essentieel voor een rechte groei
Voorzie één tot drie stevige palen, afhankelijk van de grootte van de boom. Die moeten minstens zo hoog zijn als het punt waar de eerste vertakkingen beginnen. Belangrijk: plaats deze palen voor je de boom plant, om schade aan de wortels te voorkomen. Zet de boom daarna goed vast met boombanden of zachte touwen, zodat hij stevig staat maar toch wat kan meebewegen met de wind.
5. Plant op de juiste diepte
Gebruik een houten lat of stok als hulpmiddel om te zien hoe diep de boom moet staan. De wortels moeten goed onder de grond, maar de stam mag niet té diep zitten – dit kan schimmelproblemen veroorzaken. Vul de bodem eerst met geschikte aanplantgrond voor het boompje in kwestie. Daarna gebruik je de bewaarde aarde om het gat verder op te vullen. Druk de aarde goed aan met je voet, zodat er geen luchtbellen achterblijven.
6. Geef voldoende water en onderhoud
Na het planten maak je met de resterende aarde een kleine kraag of rand rond de boomvoet – dit helpt om water op z’n plek te houden bij het gieten. Geef regelmatig water, zeker tijdens het eerste én tweede groeiseizoen, met extra aandacht in droge periodes. Laat de grond rond de stam kaal om concurrentie met gras of onkruid te vermijden, maar maai er niet vlakbij om schade te voorkomen. Vergeet tot slot niet de boombanden regelmatig te controleren en bij te stellen als de boom groeit.
Open Immovlan