Bouwen kost een pak geld. Het is dus zaak slim om te gaan met je bouwbudget. Want zeker in de afwerkfase is het niet fijn als je moet beknibbelen op zaken die op je verlanglijstje staan. Check alvast deze zeven besparingstips voor je start met je nieuwbouwproject!
1. Doe een beroep op bevriende spierbundels/Handige Harry’s
Er zijn tal van klusjes die je samen met je vrienden kan klaren. Denk bijvoorbeeld aan sloopwerken, schilderen, vloerverwarming leggen, … Scheelt een hoop in de portemonnee als je dit uit de handen van je aannemer neemt. Tip: trakteer je vrienden na een dag van zware arbeid op heerlijk zelfgemaakte spaghetti en nodig hen alvast uit voor de homewarming over enkele maanden.
2. Doe van doe-het-zelf
Op het internet surf je tal van tutorials tegemoet die je begeleiden in allerlei bouwwerken: het aansluiten van elektriciteit, het plaatsen van tegels, isoleren, … Sommige vragen wat technisch inzicht en studiewerk, maar dat weegt niet op tegen de manuren die je er anders voor betaalt.
3. Time is money
Aannemers zijn drukbezet, het moet vooruitgaan. Zit de aannemer vast op je bouwwerf omdat jij maar niet kan beslissen met welke houtsoort je een deel van de buitenmuur gaat bekleden? Dan kost je veel geld aan wachten, herplannen en uitstellen. Tracht tijdens een bouwproces knopen zo snel mogelijk door te hakken.
4. Vergelijk offertes
De gouden regel: vraag minimaal drie offertes op. Doe dit altijd, en al zeker als je bouwbudget krapper wordt. Ga daarbij niet meteen voor het goedkoopste alternatief, want details kunnen je nekken. Zit de verlichting in alle keukenoffertes inbegrepen?
5. Skip ruimtes
Een garage bijvoorbeeld is één van de ruimtes die je later nog kan bouwen en waar je nu dus op kan besparen. Een kelder is nog zo iets. Heb je die echt nodig? Het uitgraven en verplaatsen van grond kost je namelijk een handvol geld.
6. Bundel werken
Een aanrader voor wie een deel van een tweewoonst bouwt: koop materiaal aan samen met je nieuwe buren. Dezelfde dakbedekking, dezelfde stenen, dezelfde ramen, … Hoe hoger de hoeveelheid, hoe lager de eenheidsprijs. En dat brengt aan het einde van de rit weer wat extra euro’s op.
Tekst: Evelien Verhauwert
{{NEWSLETTER_BOX}}