De nazomer is achter de rug, de dagen worden korter en het gras groeit steeds trager. Dat betekent dat het moment is aangebroken om je grasmaaier winterklaar te maken. Een goede voorbereiding voorkomt niet alleen problemen bij de eerste maaibeurt in het voorjaar, maar verlengde ook de levensduur van je toestel aanzienlijk.

Volg ons praktisch 5-stappenplan om je grasmaaier in topconditie te houden!
1. Maak je grasmaaier grondig schoon
Een goede reiniging is essentieel voor een lange levensduur. Resten van gras, aarde en vocht kunnen in de winter corrosie en roestvorming veroorzaken.
- Koppel eerst de bougie los om veilig te werken.
- Verwijder daarna zorgvuldig alle grasresten onder de behuizing en rond het maaimes.
- Gebruik een borstel, plamuurmes of een tuinslang (geen hogedrukreiniger, die kan onderdelen beschadigen).
- Laat het toestel goed drogen voor je het opbergt.
Een propere maaier start in het voorjaar vlotter op én blijft langer efficiënt.
2. Tank leegmaken of stabilisator toevoegen
Veel mensen laten hun brandstoftank leeg tijdens de winter, maar dat is niet altijd de beste keuze. Condensatie kan roest veroorzaken in een lege tank.
- Vul daarom de tank met verse SP98-benzine en voeg een brandstofstabilisator
- Laat de motor even draaien zodat het additief in de carburateur terechtkomt.
- Wil je liever geen brandstof in de machine laten? Laat dan de motor stationair lopen tot hij vanzelf uitvalt, zodat de tank volledig leeg is.
Zo voorkom je startproblemen en houd je de carburateur proper.
3. Geef de cilinder wat olie
Een vaak vergeten stap, maar belangrijk voor de interne smering:
- Verwijder de bougie.
- Giet een kleine hoeveelheid motorolie (ongeveer één eetlepel) in het bougiegat.
- Plaats de bougie terug en trek een paar keer aan het startkoord.
Dit helpt om de zuiger en cilinderwand tegen uitdroging en roest te beschermen.
4. Ontkoppel en bewaar de batterij
Heeft je grasmaaier een accu, dan moet je die zeker loskoppelen.
- Ontkoppel minstens de minpool (-).
- Bewaar de batterij op een koele, droge plek, liefst binnen en vorstvrij.
Een paar keer opladen tijdens de winter helpt om de batterij in goede conditie te houden.
5. Berg de maaier op de juiste manier op
Bewaar je maaier in een droge, goed geventileerde ruimte – bijvoorbeeld een tuinhuis, garage of kelder.
- Zet hem rechtop op zijn wielen, niet gekanteld.
- Dek hem eventueel af met een ademende hoes, zodat er geen vocht ophoopt.
Controleer ook meteen of de messen geslepen moeten worden, dan ben je in het voorjaar meteen klaar voor de eerste maaibeurt.