Schuren is zowel een eenvoudige als een essentiële activiteit. Wees wel voorzichtig voor je aan zo’n klus begint: afhankelijk van de ondergrond en/of het beoogde werk is het noodzakelijk om het juiste materiaal te kiezen. Waar moet je rekening mee houden?
Schuren kan je zowel manueel als met een elektrisch toestel. De bedoeling is dat je schuurmiddel voldoet aan verschillende criteria.
Wat gebruiken?
Schuurpapier is geschikt voor het schuren van hout, een schuurrol of –schijf voor het bewerken van metaal en schuurroosters voor het schuren van gips. Er worden ook schuursponzen verkocht die ideaal zijn voor het schuren van gebogen of onregelmatige oppervlakken.
Welke korrel?
De korrel wordt aangegeven met een cijfer dat meestal varieert van 12 tot 2.500. Het gaat om een ISO-norm die informatie geeft over het aantal korrels per cm². De korrels worden over het algemeen in vier hoofdgroepen ingedeeld: grove korrels (van 12 tot 80), middelgrote korrels (van 100 tot 300), fijne korrels (van 320 tot 600) en zeer fijne korrels (vanaf 800). Hoe groter de korrel (en dus hoe kleiner het aantal), hoe feller je kan schuren. Meestal wordt tijdens een en dezelfde klus meerdere schuurmiddelen met een verschillend aantal korrels gebruikt: eerst grover, dan geleidelijk aan fijner.
Welke dikte?
Schuurmiddelen worden ook ingedeeld op basis van hun dikte. Voor schuurpapier is er bijvoorbeeld een indeling van A naar F. Papier A is dunner en zachter (maar ook kwetsbaarder) dan papier D, dat sterker maar ook stijver en duurder is.