Kleur brengt leven in je interieur, maar er zorgvuldig mee omspringen is belangrijk. Wil je kleuren die matchen en elkaar versterken, dan zijn er enkele vuistregels waar je rekening mee kunt houden. Wij zetten er alvast vier op een rijtje.
De 60-30-10 regel
Wil je evenwicht in de ruimte, dan is deze regel goud waard. Ga voor 60% van de ene kleur in je ruimte, terwijl de andere kleuren respectievelijk 30% en 10% uitmaken. Het spreekt voor zich dat je de overheersende kleur best neutraal houdt. De ondersteunende kleur mag wat meer pit hebben, terwijl de accentkleur voor de gedurfde touch zorgt.
Het complementaire kleurenschema
Dit kleurenschema geeft je houvast en is simpel in gebruik. Met deze techniek ga je aan de slag met kleuren die direct tegenover elkaar op het kleurwiel zitten. Zo kom je bij rood en groen of blauw en oranje terecht. Contrasterende kleuren zorgen voor pit in je kamer en vormen de ideale aanvulling op een neutrale hoofdkleur. Het kleurwiel is dus een uitstekende methode om je accentkleur te kiezen.
Warme en koele kleuren
Warme en koele kleuren kun je beide terugvinden op het kleurwiel. Rood, oranje en geel zijn warme kleuren, terwijl blauw, groen en paars kouder aanvoelen. Wil je de sfeer in een kamer bepalen, dan spelen koele en warme kleuren daarin een belangrijke rol. Warme kleuren zorgen voor sfeer en een warm gevoel, terwijl koele kleuren dan weer ingetogen en kalmerend zijn.
Het analoge kleurschema
Geen fan van het kleurwiel? Kies dan voor dit alternatief. Kies een hoofdkleur en twee tinten die grenzen aan deze kleur. Bijvoorbeeld rood, oranje en geel. Je gaat hier aan de slag met drie kleuren en kunt dus perfect ook de 60-30-10 regel toepassen. Weet dat elke kleur ook nog eens verschillende tinten heeft en dat de mogelijkheden dus eigenlijk eindeloos zijn. Het analoge kleurschema zorgt ervoor dat je woning als één geheel overkomt en minder extreme contrasten vertoont. Het is maar wat je mooi vindt!