‘s Ochtends, en zeker nu het zo fris is, tracht ik zo weinig mogelijk van de koude vloer te raken. Ik loop niet, ik vlieg! En ondertussen probeer ik tussen elke stap te landen op een van de vele tapijten die de kamers van het huis sieren…
Ik neem geen onnodige risico’s, maak je daarover geen zorgen. Ik spring niet op microdekens die schuiven als je erop gaat staan maar op échte tapijten. Zware, anti-slip, van die fameuze dikke tapijten met lang maar extreem zacht haar.
Op dit moment van schrijven realiseer ik me dat ik, of toch wat tapijten betreft, dezelfde smaak heb als mannen. Ik hou nu eenmaal van lang haar. Dik, maar verfijnd. Zacht, maar ook stevig. Weten wat je wil, is belangrijk…
Een fleecetapijt bijvoorbeeld! Niet voor het uitzicht (echt niet!), wel om gezellig op te gaan zitten. Om te keuvelen, op mijn buik te liggen, gewoon wat tv te kijken.
Toegegeven: tapijten worden snel vies. In de woonkamer valt dat nog mee (daar wordt op sokken gelopen), in de eetkamer iets minder. Elke week vind ik wel wat tussen de lange haren, de ene keer iets gekker dan de andere keer. Kruimels, kleurpotloden, steentjes, zulke zaken. De ergste van de ergste vondst? Een muisstaart, in dezelfde kleur als de mat, verborgen door de heer Kat. Spannend… En zeer vies natuurlijk!