De relatieve flexibiliteit van een houten vloer en de trillingen die worden veroorzaakt maken het over het algemeen onmogelijk om er gelijmde tegels op te leggen. Als je budget het niet toestaat om andere oplossingen te overwegen, denk dan aan flexibele verbindingen.
Bij de renovatie van oude huizen komt dit vaak voor. Vaak neemt men genoegen met het leggen van een stijf Wedi-bouwpaneel met een dikte van minstens 10 mm op de vloer, dat met een glasvezelplaat wordt bedekt en vervolgens met tegels die met mortel op het geheel worden verlijmd.
Deze praktijk resulteert meestal in tegelvoegen die in de loop van de tijd afbrokkelen. Als de tegels goed blijven hechten, leidt de relatieve vlakheid tussen de verschillende vloerdelen er onvermijdelijk toe dat de tegels worden losgekoppeld en de voegen daardoor verslechteren.
Wat te doen?
De oplossing is om te kiezen voor een vervormbare mortel of een flexibele voeg uit elastomeermastiek. De eerste, die verkrijgbaar is in verschillende tinten, is een speciale mortel die geschikt is voor alle ondergronden die te maken hebben met mechanische belasting. Deze mortel, bestaande uit cement, poederhars, zand en pigmenten, krijgt de voorkeur bij het leggen van de tegels.
Anderzijds is het bij een bestaande tegel met losse voegen beter om te kiezen voor elastomeermastiek, identiek aan die voor dilatatievoegen in het geval van een groot tegelvlak. Het principe is min of meer hetzelfde voor de voegen tussen de tegels, omdat deze net als de uitzettingsvoeg de bewegingen van de tegels opvangen, een actie die een conventionele mortelvoeg niet kan weerstaan.