Een radiator ontluchten is een relatief gemakkelijke ingreep en toch zo belangrijk voor de goede werking van je centrale verwarming. Hier leggen we uit hoe je te werk gaat!
Door de radiator te ontluchten worden niet alleen luchtbelletjes verwijderd, maar ook deeltjes die zich in het water opeenstapelen en de prestaties van je radiatoren negatief kunnen beïnvloeden.
Wanneer ontluchten?
Het beste moment om je radiatoren te ontluchten is wanneer je je ketel weer gebruikt, dus aan het einde van de warme maanden. De taak kan bovendien ook worden uitgevoerd wanneer een of meerdere radiatoren niet overal dezelfde temperatuur verspreiden. Dat is een duidelijk teken dat luchtbelletjes de doorgang van water in het circuit blokkeren.
Hoe ontluchten?
Eerst en vooral moet je je centrale verwarming desactiveren, net als de circulatiepomp die aan de ketel hangt. Om het jezelf gemakkelijk te maken, kan je je ketel gewoon in zomermodus zetten (meestal aangeduid door een zonnetje). Controleer daarna dat alle radiatoren koud zijn.
Neem een ontluchtingssleuteltje bij de hand en begin met de radiatoren die het laagste gesitueerd zijn in de woning of die zich, als je in een appartement woont, het dichtste bij de ketel bevinden. Ontlucht een voor een de radiatoren en eindig met de laatste in het circuit. Als je niet op deze manier werkt, loop je het risico dat de radiatoren zich terug met lucht vullen zodra je de circulatiepomp weer aanzet.
Let erop dat de thermostatische kranen volledig openstaan tijdens de ontluchting. De ontluchtingsschroef bevindt zich meestal bovenaan de radiator, tegenover de thermostatische kraan. Plaats een bakje onder de ontluchtingsschroef voor je die opendraait. Draai hem open totdat je gesis hoort. Daarna zal er al snel water uit het kraantje stromen. Laat de schroef open totdat het water er regelmatig uitstroomt. Draai de schroef weer dicht zodra dat het geval is, maar forceer het niet. Zet de thermostatische kraan daarna weer op de gebruikelijke temperatuur.
Nu de druk nog
Door de radiatoren te ontluchten, heb je waarschijnlijk de waterdruk in het verwarmingscircuit wat laten dalen. Dat kan je weer rechtzetten door water toe te voegen via de kraan die zich meestal onder of in de buurt van de ketel bevindt. Voor je die openzet, controleer je eerst de manometer op de ketel. Vul enkel bij als dat nodig is en draai de kraan onmiddellijk dicht wanneer de naald de aanbevolen druk bereikt heeft (aangegeven door een groene zone op de teller).
Als je twijfelt of vragen hebt, neem je best contact op met een chauffagist.