Geld op de bank: vandaag de dag vergaart het meer stof dan dat het opbrengt. Daarom is het slim om je geld op andere manieren in te zetten: door te investeren in vastgoed, bijvoorbeeld. Bezit je al een huis en denk je eraan om een opbrengsteigendom aan te kopen? Dan moet je wel met bepaalde aspecten en kosten rekening houden.
Banken strenger voor een opbrengsteigendom
Wil je investeren in een opbrengsteigendom? Dan moet je over heel wat eigen middelen beschikken. Begin dit jaar werden de regels omtrent aankoop van vastgoed namelijk verstrengd. Dit is jammer genoeg ook het geval bij de aanschaf van een opbrengsteigendom. Wie een tweede woning koopt om te verhuren, moet zelf 20% inleggen van de aankoopwaarde. Enkele banken maken nog wel een uitzondering en brengen de eigen inbreng terug naar 10%.
Tel de extra kosten erbij
Een prachtig pand tegengekomen om aan te kopen en te verhuren? Vergeet de registratiekosten dan niet bij de aankoopprijs te tellen. Die procenten liggen anders bij een eerste woning dan bij een tweede woning. Sinds dit jaar gaat het om 6% bij de aankoop van een eerste woning. Bij de registratiekosten van een opbrengsteigendom gaat het daarentegen om 10%. Concreet betekent dat het volgende: als je een pand aankoopt aan € 250.000, dan betaal je € 8.000 registratiekosten als het om je eerste woning gaat en € 25.000 als het om een tweede woning gaat. Daarnaast moet je ook rekening houden met bijkomende kosten zoals een brandverzekering, verbouwingen, …
Vergeet de belastingen niet
Elk jaar betaal je onroerende voorheffing op je eigen vastgoed. Deze berekening wordt gemaakt op basis van het kadastraal inkomen van de woning. Voor je opbrengsteigendom moet je dit elk jaar aangeven aan de fiscus. Die indexeert dat bedrag en verhoogt het met 40%. Indien je het pand verhuurt voor beroepsdoeleinden, dan moet je de netto huuropbrengsten aangeven. Dit cijfer wordt toegevoegd aan je andere inkomsten en wordt belast tegen de hoogste schijf waarin je inkomen valt. Ten slotte moet je in sommige gemeenten en steden ook gemeentelijke belastingen betalen: er wordt een aparte taks berekend voor tweede verblijven. Dit is gelukkig niet overal het geval.
Goed nieuws
Bij het aangaan van een lening voor een tweede woning kan je gelukkig nog genieten van een belastingvermindering. Met deze vermindering kan je tot € 2.390 aftrekken van het inkomen. De uitgaven voor het klassieke langetermijnsparen zit ook wel in dezelfde korf.