Zowel audiofielen als muziekliefhebbers zullen het je vertellen: de kwaliteit van een hifi-installatie is niet alleen toe te schrijven aan de luidsprekers, maar ook aan de versterker. De keuze van die laatste is dus bijzonder belangrijk wanneer je belang hecht aan de geluidsweergave van je stereoketen.
Fabrikanten van soundbars en draagbare luidsprekers kunnen dan wel beweren dat hun producten een uitzonderlijke geluidskwaliteit bieden, maar niets kan een goede versterker met twee luidsprekers vervangen.
Elke audiofiel zal daarom investeren in een hifi- of audio-videoversterker (als onderdeel van een home-cinema installatie). Om tussen die twee te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen of je twee of een reeks luidsprekers wilt aansturen.
Geluidsbeleving of stereo?
De stereomodellen zijn ontworpen om een nauwkeurig stereospectrum weer te geven, dankzij een perfecte scheiding tussen het rechter- en het linkerkanaal. De audio-video versterkers daarentegen zijn ontworpen om een geluidsbeleving te reproduceren. Hierdoor is de scheiding van de stereokanalen soms minder nauwkeurig. Als het luisteren naar een pianoconcert van Rachmaninoff voor jou belangrijker is dan het kijken naar de nieuwste Amerikaanse blockbuster, dan ben je beter af met een audio-videoversterker.
Welk vermogen?
Het vermogen van de installatie wordt aangepast in functie van de grootte van de ruimte waarin de luidsprekers en de versterker een plaats krijgen. In de regel is een minimumvermogen van 2 x 40 watt vereist voor een kamer van 8 tot 10 m². Hoe groter de ruimte, hoe krachtiger de installatie moet zijn. Als je een heuse vinylverzameling hebt en als van plan bent om regelmatig naar vinylplaten te luisteren, zorg er dan voor dat de versterker is uitgerust met een phono-ingang en een RIAA-voorversterker.
Welke aansluitingen?
Er zijn twee hoofdcategorieën te onderscheiden in de kleine wereld van versterkers: analoge versterkers en versterkers die in staat zijn om digitale bronnen te reproduceren, dankzij een ingebouwde DAC (digital-to-analog converter).
Een analoog model volstaat als je luistert naar vinyl, cassette en cd op een speler met een analoge uitgang.
Als je echter meer houdt van streamingdiensten en een harde schijf met daarop je muziekbibliotheek wil aansluiten, dan moet je voor de tweede categorie gaan. Hetzelfde geldt als je cd-speler alleen een digitale uitgang heeft. Daarnaast zorg je er best ook voor dat het model voldoende ingangen heeft, zodat je van al je hifi-apparaten kan genieten.
Tot slot kan je voor het gemak ook kiezen voor een versterker met afstandsbediening. Zo kan je je systeem op een afstand van de plaatsen van de plek war je luistert (bijvoorbeeld verborgen in een meubel) en vermijd je dat je woonkamer begint te lijken op een opnamestudio!