Je hebt net een gloednieuwe houtkachel geïnstalleerd met een ruit waardoor je de vlammen kan zien branden, maar die ruit wordt nogal snel zwart. Zo voorkom je dat fenomeen.
Het vuil worden van de ruit van een hout- of pelletkachel kan over het algemeen op drie manieren worden verklaard. Door de oorzaak te ontrafelen, kan je de juiste maatregelen nemen om het probleem te voorkomen.
Onvoldoende trek
Het eerste probleem dat zich kan voordoen: een onvoldoende trek waardoor de rook in de kachel blijft hangen. Om de trek van de schouw te optimaliseren, zorg je voor een voldoende brede buis die perfect proper is en goed vast zit. Op het dak moet de schouw voldoende hoog geplaatst worden (te korte buizen zorgen voor een slechte trek) en moet je zoveel mogelijk proberen om bochten in de buis te voorkomen. Weet ook dat een mooie vlam het bewijs is van een goede verbranding en een gebrek aan rook. Idealiter zorg je dus dat het vuur snel start door de deur van de kachel enkele minuten open te zetten (onder controle uiteraard!) om de luchtcirculatie te bevorderen. Eens het vuur goed brandt, sluit je de deur.
Hout van slechte kwaliteit
Tweede euvel: brandstof van slechte kwaliteit. Vochtig hout of hout dat niet voldoende droog is creëert sowieso rook, waardoor de ruit van je kachel sneller vuil wordt. Ook het rendement van je haard daalt zo. Daarom kies je voor hout dat minstens een jaar heeft gedroogd in een vochtvrije ruimte. Houtblokken die je buiten bewaart hebben veel meer tijd nodig om op te drogen! Je kan ook gecertificeerd hout kiezen met een vochtgehalte van minder dan 20%. Het is simpel, hoe droger het houtblok, hoe beter de verwarmende kenmerken.
Niet genoeg lucht bij de ruit
Laatste probleem dat soms moeilijker te identificeren is: er circuleert onvoldoende lucht in de buurt van de ruit. In dat geval gaat het niet om een probleem met de trek, maar eerder om een probleem met de hoeveelheid lucht die in de kachel aanwezig is. Daarom moet je erop letten dat er voldoende ruimte is tussen de houtblokken en de ruit (laat ze niet tot tegen de ruit komen!) en dat de luchttoevoer van de kachel goed afgestemd is.