Er zit me iets dwars de laatste tijd. Ik denk er voortdurend aan, zelfs ‘s nachts wanneer ik de regen hoor tikken tegen de ramen. Mijn terras werd aan het einde van deze zomer aangelegd. Maar de aannemer verdween voor het einde van de werken, en ik bleef achter met een betonplaat zonder bekleding.
Tegen de tijd dat we iemand vonden die bereid was om de werken over te nemen, was het zomerweer al terug het land uit. De laatste tegels werden een paar weken geleden eindelijk gelegd. Maar de nieuwe man had geen tijd om de tegels te komen voegen in de daaropvolgende dagen: hij zou snel terugkomen.
"Snel" en "snel"!
Behalve dat "snel", in het hoofd van deze aannemer niet helemaal hetzelfde betekent als in het mijne. En hier zit ik dan, nog steeds te wachten tot de tegels gevoegd zijn. Laten we er geen doekjes om winden: ik krijg er rillingen van. De winter is in het land. De temperaturen dalen. De kou slaat toe. En ik ben bang dat er water onder de tegels zal sijpelen en ze uiteindelijk zal doen loskomen of barsten.
Binnenkort tegels om weg te gooien?
Want als de voegen bevriezen en verdwijnen, kunnen we ze zonder al te veel moeite opnieuw doen. Maar als de tegels kapot zijn, zou dat rampzalig zijn. De man beloofde over twee of drie weken te komen. Dus bid ik. Dat hij zijn woord zal houden. Dat het maar niet gaat vriezen. Dat het weer min of meer droog blijft en de temperaturen boven nul. Dat is misschien veel gevraagd.
Wat is de oplossing?
Intussen denk ik erover om een zeil over de tegels te leggen. Alleen om de te voegen en spleten een beetje te beschermen. Telkens wanneer het regent en de regen van de tegels spat, komt er vuil in de voegen terecht.
Laat het los!
Zucht. Het is een schande. Deze werf had in de zomer af moeten zijn. Mijn advies? Stop met je op te jagen in dingen die je toch niet in de hand hebt. Zoals die over de voegen die verpulveren, waar ik toch niks aan kan doen. Adem in. Adem uit. En ik laat lieve briefjes achter in de brievenbus van de man. Kerstmis is een tijd voor dromen, niet?