Vandaag is wonen duurder dan ooit. En die vaststelling werd helemaal niet correct in meegeteld bij de berekening van de inflatie…
De integratie van de woonkost voor eigenaars die zelf in hun woning wonen in de meting van de inflatie zou een "niet te verwaarlozen" effect hebben op de berekening van die inflatie in België, althans voor de meest recente periode, merkt de Nationale Bank van België (NBB) op.
Uit enquêtes bij het grote publiek blijkt dat de inflatie zoals gemeten volgens de indexen, zoals de door de Europese Centrale Bank (ECB) gebruikte geharmoniseerde index van de consumptieprijzen (GICP), vaak lager is dan de inflatie die door de huishoudens wordt ervaren. Een verklaring zou kunnen zijn dat de inflatie zoals die momenteel in België en de eurozone gemeten wordt, geen rekening houdt met de kosten van woningen die door hun eigenaars bewoond worden.
De huizenprijzen zijn echter sneller gestegen dan de GICP. In België zijn de huizenprijzen tussen 2006 en 2021 gemiddeld met 3,6% per jaar gestegen, twee keer zoveel als de GICP, die gemiddeld met 1,8% per jaar is gestegen.
"Een niet te verwaarlozen invloed!"
De NBB heeft berekend wat het effect op het inflatiecijfer in België is van het meerekenen van de kosten gelinkt aan vastgoed, waarvan de prijzen de pan uit swingen! "Het effect is niet te verwaarlozen voor de meest recente periode", merkt de Nationale Bank op. "In 2020 zou de inflatie in België, inclusief de kosten van woningen die door hun eigenaars bewoond worden, bijvoorbeeld 0,7% geweest zijn, in plaats van het officiële cijfer van 0,4%. Anderzijds heeft, over een langere periode, "de opname van de kosten van eigen woningen in de Belgische GICP een beperkt effect", nuanceert de NBB.