Een handelshuurcontract, onmisbaar voor handelaars of vaklui die gebruikmaken van een pand dat niet hun eigendom is, is een huurcontract waarvoor een specifieke wetgeving geldt, die anders is dan die voor huurwoningen. Er is dus een duidelijk onderscheid tussen de twee.
Een handelshuurovereenkomst is een huurcontract voor een pand, ruimte of gebouw dat gebruikt wordt voor detailhandel of een ambachtelijke activiteiten. Dit type contract heeft meestal een looptijd van 9 jaar. Het pand is bestemd voor de exploitatie van een bedrijf en de ontvangst van klanten. De huurder moet dan ook ingeschreven zijn in het handels- of vennootschapsregister.
Dit type huurovereenkomst is dan die voor een huurwoning die bestemd is om te worden bewoond. Voor beiden geldt een andere wetgeving, waarbij handelshuurovereenkomsten onder de wet van 30 april 1951 vallen. Deze contracten binden de huurder en de eigenaar van de bedrijfsruimte, waarbij elke partij rechten en plichten heeft. De huurovereenkomst bepaalt ook de aard van activiteiten die in het pand wordt uitgeoefend.
Verplichtingen van de huurder en de verhuurder
De huurder van de bedrijfsruimte is natuurlijk verplicht de huur op tijd te betalen. Hij moet ook het gebruiksdoel van de lokalen respecteren, de gehuurde ruimte onderhouden en ze aan het einde van het contract in goede staat teruggeven. De verhuurder moet het pand ter beschikking stellen aan de huurder. De verhuurder moet ook eventuele grote werkzaamheden uitvoeren (met name het dak en de muren), informatie over het pand beschikbaar stellen aan de huurder en het voorkooprecht van de huurder respecteren in geval van overdracht van het pand. Als de verhuurder de handelshuur niet wil verlengen of wil beëindigen, geldt een uitzettingsvergoeding.
Is een huurwaarborg verplicht?
De wet op de handelshuur biedt geen kader voor een huurwaarborg. Het staat de verhuurder dus vrij om een huurwaarborg in het contract op te nemen. Als die voorzien is, moeten de voorwaarden daarrond in het handelshuurcontract worden gespecificeerd.
Beëindiging en verlenging
Als de mogelijkheid van opzeg in de overeenkomst is voorzien, kan de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen. De opzegtermijn bedraagt dan één jaar. Merk op dat de verhuurder het huurcontract alleen kan opzeggen als hij (of een lid van zijn familie) van plan is het pand over te nemen om er een commerciële of ambachtelijke activiteit uit te oefenen. Beëindiging kan ook in onderling overleg tussen beide partijen plaatsvinden.
Vor een eventuele verlenging kan alleen de huurder een verzoek indienen. De verhuurder daarentegen kan alleen kennis nemen van de formulering van een verzoek of het ontbreken daarvan. In het laatste geval eindigt de huurovereenkomst aan het eind van de 9 jaar.
Wat te doen bij een faillissement? Moet het huurcontract geregistreerd worden? Wat gebeurt er als het pand wordt verkocht? Hoe werkt de overdracht van een handelshuur? Kan ik een handelspand onderverhuren? De volledige gids voor over dit onderwerp vind je op het Smovin verhuurbeheerplatform.