De combinatie van zonnepanelen en een thuisbatterij wordt vaak voorgesteld als een oplossing voor energieonafhankelijkheid. Maar is dit een rendabele investering?
Het principe is heel eenvoudig: je produceert overdag elektriciteit dankzij je zonnepanelen en als er een overschot is, wordt dat opgeslagen in je batterij, die ze ‘s nachts terug afgeeft. De perfecte combinatie om onafhankelijk te zijn op energievlak en niet te betalen voor elektriciteit? Ja en nee.
Hoeveel kost het?
Vandaag de dag zijn thuisbatterijen veel goedkoper dan een paar jaar geleden. Maar je moet nog altijd rekenen op een aanzienlijk budget: ongeveer 7.000 euro voor een batterij met een capaciteit van 8kWh. Een veel grotere batterij is ook niet nodig: in de krant Le Soir legt Nathalie de Biolley van Engie uit dat "voor een gemiddeld huishouden in België een batterij van 5,8 kWh ruim voldoende is". Het goede nieuws is dat als je je batterij te klein kiest, het perfect mogelijk is om een tweede batterij aan te sluiten. Verwacht echter niet dat deze batterij het overneemt tijdens de lange winteravonden: zelfs de modellen met grote capaciteit depanneren je maar een dag of twee…
Waar kunnen ze rendabel zijn?
In Vlaanderen zou de batterij winstgevend kunnen zijn. Niet alleen krijgen inwoners in het Vlaamse Gewest een premie voor de aanschaf van een batterij, maar het injectietarief elimineert ook de voordelen van de ‘terugdraaiende teller’. Elke in het net geïnjecteerde kWh wordt met andere woorden goedkoper "verkocht" dan een van het net gekochte kWh. Engie maakte in de krant Le Soir bekend dat de helft van de zonnepaneleninstallaties in Vlaanderen geplaatst wordt met batterijen.
Ook in Brussel is het injectiesysteem van kracht, wat het zelfverbruik interessanter maakt. Er is echter geen premie voor de aanschaf van batterijen.
In Wallonië daarentegen draaien de ‘oude’ meters nog steeds terug. Elke kWh die aan het net wordt geleverd, wordt dus "verkocht" tegen dezelfde prijs als een kWh die wordt gekocht. Een batterij is daarom voorlopig niet interessant. Maar daar komt verandering in: vanaf 2024 moeten nieuwe installaties een slimme meter hebben. Zelfconsumptie wordt dan bevorderd. Het injectietarief geldt ook vanaf 2030. Voorlopig heeft het voor Walen dus geen zin om een batterij te kopen, in tegenstelling tot de inwoners van de andere twee Gewesten.
Welke levensduur?
Batterijen gaan ook niet eeuwig mee: ze hebben een geschatte levensduur van 10 tot 15 jaar. En net daarin schuilt het probleem: voor Test-Aankoop is dat de terugverdientijd van een batterij! "In Vlaanderen is dat ongeveer twaalf jaar en in Brussel zestien jaar. Als we de levensduur van de batterij bekijken, kan het zijn dat de batterij niet rendabel is… nergens!" Dat wordt afwachten op lange termijn dus. Tot slot wordt er nog veel gediscussieerd over de eventuele gevolgen voor het milieu…