Sinds de start van de pandemie in 2020 is telewerk ingeburgerd geraakt. Maar zorgt dat er ook voor dat bedrijven de oppervlakte van hun kantoren zullen beperken?
De ‘Occupier Cost Index’ (OCI) is een Europese index die de jaarlijkse kost van een kantoor per voltijdse werknemer berekent. Daarvoor worden 3.830 gebouwen en bijna 2 miljoen voltijds equivalenten geanalyseerd. In België liep de kost op tot 11.067 euro per werknemer in 2022, zo’n 4 % minder dan in 2021 maar nog steeds meer dan het Europese gemiddelde van 9.122 euro, dat ook 4 % daalde in het afgelopen jaar.
De coronapandemie heeft een grote invloed gehad op werkpatronen, waarbij telewerken (waar mogelijk) de norm geworden is. Voor bedrijven betekent dat een aanzienlijke meerwaarde: zij hebben "meer personeel aangenomen, maar door het lagere gebruik van kantoren heeft dat nauwelijks tot extra kosten geleid wat het gebruik betreft", luidt het persbericht van Colliers, dat geciteerd wordt in de krant Le Soir. Met andere woorden: meer werknemers voor dezelfde hoeveelheid ruimte betekent de facto een lager kost per voltijds equivalent.
Beperking van kantoorruimte
Nu de energiekosten de pan uit swingen, zullen de kosten voor kantoren echter hoog oplopen. Colliers waarschuwt: "Terwijl we de nieuwe hybride manier van werken als norm zien in de meeste organisaties (gemiddeld 25%, met piekdagen van 40%), zullen de werkelijke kosten per medewerker in 2023 tussen 28% en 48% hoger liggen." Het is duidelijk dat bedrijven waarschijnlijk zullen moeten overwegen om hun kantoorruimte te verkleinen en, waarom niet, "overstappen op flexibele dienstverleningscontracten".