Er zijn meerdere redenen om je woonoppervlakte te meten. De meest voorkomende reden is alvast het verkopen van je woning. De woonoppervlakte bepaalt immers voor een groot stuk de verkoopprijs.
Maar ook wanneer je bijvoorbeeld je parket wil laten schuren of gaat verhuren, kan dit nodig zijn. Je kunt makkelijk zelf je woonoppervlakte opmeten. We geven je de beste manier mee in dit artikel.
Wat is een woonoppervlakte eigenlijk?
Een woonoppervlakte is eigenlijk niet meer of minder dan de beschikbare ruimte die je ter beschikking hebt om te leven. Het wordt uitgedrukt in een aantal vierkante meters. Dit getal zegt voor sommige mensen veel, maar zonder inschattingsvermogen ben je er weinig mee.
Het opmeten van je woonoppervlakte
Om je woonoppervlakte op te meten pas je de volgende stappen toe:
- Teken een plan van je woning, waarbij je elke kamer apart tekent. Dit hoeft helemaal niet gedetailleerd te zijn.
- Gebruik rechthoekige figuren indien mogelijk, deze vallen makkelijker te berekenen.
- Laat onafgewerkte ruimtes achterwege.
- Bereken de oppervlakte van elke ruimte door de lengte te vermenigvuldigen met de breedte.
- De som van al deze oppervlakten is je totale woonoppervlakte.
Complexer dan dit is het niet. Met een goede meter kom je dus al een heel eind.
Wat telt niet mee bij je woonoppervlakte?
In principe tellen de garage, berging of kelder niet mee voor je woonoppervlakte. Een afgewerkte zolder dan weer wel. Is de hoogte van een ruimte te beperkt, dan tel je deze ook niet mee als woonruimte.
Het belang van een juiste meting
Een verkeerde woonoppervlakte, betekent een verkeerde inschatting van je woningwaarde. Koop je zelf een woning, dan kan het nameten van de beschikbare ruimte zeker een meerwaarde zijn. Zo kom je tot een correcte prijs en voel je je achteraf niet bekocht.