Brugel, de Brusselse regulator, heeft nieuwe tariefvoorstellen van Vivaqua, het intercommunaal waterleidingbedrijf van Brussel, goedgekeurd.
Om het hoofd te kunnen bieden aan de sterke inflatie waar ons land mee te maken krijgt, heeft Vivaqua afgelopen december gevraagd om de tarieven voor waterdistributie opmerkelijk te laten stijgen. Daarbij komen ook nog eens facturatieproblemen door een verandering van software, waardoor de operator de financiële ratio’s die contractueel vereist worden door de Europese Investeringsbank niet meer respecteerde.
Nu Brugel de vraag van Vivaqua gevalideerd heeft, zullen de waterprijzen in Brussel met 14,5% stijgen in 2023. Daarna volgt er een stijging van 4,1% in 2024 en een van 2% in 2025 en 2026. Volgens berekeningen van de Brusselse regulator betekent dit concreet voor een gemiddeld huishouden van twee personen een stijging van € 43 per jaar (of € 1,8/maand/persoon), met een gemiddelde jaarfactuur van € 343.
Vivaqua in slechte papieren
Deze stijging treft alle gebruikers (privé en publiek) en zal ook een invloed hebben op alle technische of administratieve prestaties die door Vivaqua gefactureerd worden. De prijsstijging zal het intercommunaal bedrijf echter niet uit de moeilijkheden die het vandaag kent helpen. Er is geen enkele garantie dat ze zal kunnen beantwoorden aan de financiële ratio’s die de komende maanden en jaren worden opgelegd. De solvabiliteit van Vivaqua blijft kwetsbaar door diens precaire balansstructuur. Daarmee wordt het imago van algemeen directrice Laurence Bovy (PS) en van Brussels minister van Eenrgie Alain Maron (Ecolo) nog verder bevuild.
Voor Brugel is het belangrijk dat er zo snel mogelijk nagedacht wordt over de financiering en de kostenstructuur van Vivaqua en over de organisatie van de watersector in de Brusselse regio.