Wanneer we een gebouw willen isoleren, zijn er verschillende ‘groene’ oplossingen waarvoor we kunnen kiezen. Denk maar aan hennep, kurk, katoen of zelfs schapenwol. Maar we kunnen ook genoegen nemen met synthetische materialen, die vaak een eerder droevige balans hebben op ecologisch vlak.
Hennep, houtvezel, cellulosewatten, vlas, kurk, katoen of zelfs schapenwol – er is geen gebrek aan natuurlijke isolatiematerialen, die al enkele jaren in trek zijn. Deze materialen zijn milieuvriendelijk omdat ze relatief eenvoudig gemaakt kunnen worden, ervoor zorgen dat je een aanzienlijke energiebesparingen kan realiseren en tegelijkertijd je ecologische voetafdruk te beperken.
Veel synthetische isolatiematerialen hebben daarentegen een aanzienlijke milieu-impact. Dat geldt onder andere voor geëxpandeerd polystyreen, dat zeer vervuilend is, en rotswol.
De te vermijden materialen
Eén van de slechtste leerlingen van de klas op dat vlak is geëxpandeerd polystyreen. Dit 100% synthetische isolatiemateriaal staat ver af van primaire grondstoffen die gebruikt worden om huizen te isoleren. Bij de samenstelling ervan worden veel chemicaliën gebruikt, terwijl de productie van het materiaal leidt tot een aanzienlijke productie van broeikasgassen. Geschat wordt dat voor de productie van één vierkante meter geëxpandeerd polystyreen gemiddeld bijna 17 kg CO2 vrijkomt! Maar dat is nog niet alles. Er moet immers ook rekening worden gehouden met de soms giftige uitstoot van dit soort materiaal. Dat geldt onder andere voor oud polystyreen, dat tientallen jaren geleden in onze huizen is geïnstalleerd. Ten slotte kan ook de verbranding van geëxpandeerd polystyreen bij brand een ravage aanrichten, omdat daarbij zeer giftige dampen vrijkomen.
Een andere boosdoener: rots- en glaswol. Hoe efficiënt het ook isoleert, het wordt geproduceerd door middel van een zwaar industrieel proces dat veel energie verbruikt en waarbij vervuilende chemicaliën gebruikt worden, terwijl er grote hoeveelheden broeikasgassen vrijkomen.Anderzijds is het goed om te weten dat, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, steen- en glaswol perfect recycleerbaar zijn. Aarzel dus niet om het naar een containerpark of afvalverwerkingsplaats te brengen, waar dit soort materiaal verzameld en opnieuw gebruikt wordt!
Tot slot kunnen we ook polyurethaan noemen, dat vaak ten onrechte wordt verward met polystyreen. Hoewel de eigenschappen van deze twee soorten isolatie verschillen, worden ze beide geproduceerd door middel van een proces waarbij chemicaliën gebruikt worden. En ook de verbranding van polyurethaan kan een zeer sterke invloed hebben op het milieu, met zeer giftige dampen.
Waarom blijven we deze vervuilende materialen gebruiken?
Gezien de povere ecologische balans van deze industriële isolatiematerialen vragen veel mensen zich af waarom ze nog steeds te koop zijn. De verklaring is eenvoudig: elk van deze materialen heeft uitzonderlijke eigenschappen die niet geëvenaard worden door hun natuurlijke rivalen. Polystyreen heeft bijvoorbeeld vaak de voorkeur als dunne en efficiënte isolatie nodig is. Minerale wol wordt daarentegen gekozen om een ruimte te isoleren die aan grote hitte wordt blootgesteld. Dat geldt onder andere voor schoorsteenkanalen.
Tenslotte kunnen deze vaak bekritiseerde materialen na verloop van tijd toch veel energie besparen. Het milieueffect van hun productie moet dus worden afgewogen tegen de energiebesparing die ze opleveren.