Als een huurder een huurachterstal heeft kunnen hij en de verhuurder wel eens afspreken om te werken met een afbetalingsplan. Waarom kan dat voor beiden nuttig zijn? Hoe stel je zo’n plan precies op en welke vermeldingen neem je er maar beter in op?
Het nut
Als je als huurder een huurachterstal opbouwde heb je er vanzelfsprekend belang bij dat je die mag afkorten met een afbetalingsplan. Het alternatief zal vaak zijn dat de verhuurder naar de rechtbank stapt om daar je veroordeling te vragen tot het betalen van de achterstallen en mogelijks ook de ontbinding van de huurovereenkomst. Maar ook als je verhuurder bent kan het nuttig zijn een afbetalingsplan met een huurder die achterstallen heeft overeen te komen. Dit is zeker het geval als je een goede huurder hebt die tijdelijke financiële problemen heeft en met wie je eigenlijk het liefst verder in zee wil gaan. Bovendien bestaat de kans dat als je direct naar de rechtbank stapt de vrederechter je huurder ook de mogelijkheid zal geven de huurachterstal af te korten.
Hoe afspreken?
Als je een akkoord hebt gesloten met je huurder omtrent een afbetalingsplan, dan is het aangewezen dat ook op papier te zetten. Maak het op in twee originele exemplaren die zowel jij als de andere partij voor akkoord ondertekenen en hou elk één origineel exemplaar. Zorg er daarbij ook voor dat als er meerdere huurders en/of verhuurders zijn ze elk het afbetalingsplan voor akkoord ondertekenen. Maak je enkel mondelinge afspraken en komt er later een discussie, dan riskeer je niet te kunnen bewijzen wat er allemaal precies werd overeengekomen.
Wat vermelden?
Geef in het afbetalingsplan vooreerst aan wie de partijen precies zijn en vermeld meteen welke de huurachterstal is. Op die manier kan er dan over het openstaande bedrag al geen discussie meer bestaan. Geef verder aan wat de bijkomende kosten zijn die de huurder eventueel moet betalen (denk daarbij bv. aan intresten op het openstaande saldo) en in hoeveel schijven de huurder je moet terugbetalen. Je kan meteen ook de juiste bedragen van de te betalen schijven vermelden alsook de exacte data waarop de betalingen ten laatste moeten gebeuren. De bedragen van de verschillende schijven hoeven overigens niet dezelfde te zijn. Zo zou je bijvoorbeeld kunnen afspreken dat de huurder al direct een aanzienlijke betaling doet en later verder afbetaalt met lagere maandelijkse bedragen.
Als verhuurder heb je er vanzelfsprekend belang bij dat de afbetalingstermijn zo kort als mogelijk is. Zorg er indien mogelijk voor dat het afbetalingsplan niet langer dan 12 maanden duurt (en liefst korter is). Geef trouwens ook aan in het plan dat de afbetalingen die de huurder moet doen moeten gebeuren bovenop de lopende huur zodat er geen verdere achterstallen worden opgebouwd.
Je kan ook een intrest overeenkomen met de huurder op de achterstallen die nog moeten worden betaald. Overdrijf daarbij niet. Weet dat actueel een intrestvoet van 10 a 12 % op jaarbasis het maximale is wat kan worden aanvaard.
Voorbehoud inbouwen
Verder kan je als verhuurder maar beter een clausule opnemen waarin staat dat van zodra een overeengekomen schijf niet tijdig wordt betaald het saldo van de openstaande sommen dadelijk en integraal opeisbaar is. Op die manier kan je dus dadelijk het volledig openstaande bedrag opvragen als blijkt dat je huurder de afspraken toch niet correct naleeft. Legt een rechter een afbetalingsplan op vraag dan alleszins een dergelijke clausule al eveneens in het vonnis op te nemen.
De huurder houdt er zich niet aan
Kom je een afbetalingsplan overeen en houdt de huurder zich er niet aan, dan kan je als verhuurder naar de vrederechter stappen waar je de huurachterstallen kan invorderen en tevens eventueel de ontbinding van de huurovereenkomst kan vragen. De meeste vrederechters hebben daarbij weinig begrip voor een huurder die zich al eens niet hield aan de afspraken rond afbetalingen en zullen je vordering als verhuurder dan ook sneller inwilligen.
Jan Roodhooft, advocaat (www.advocatenroodhooft.be)