Ik bracht mijn nichtje naar haar pottenbakkerscursus. Die werd gegeven in een atelier achterin de tuin van de lerares. Ik had een zwak voor het pad dat tussen de hoge platen slingerde van het huis naar het werkatelier.
Op zich leek het allemaal niet zo speciaal. Gewoon stenen tegels. Je weet wel, die grijze stenen die nooit dezelfde vorm hebben en willekeurig gerangschikt zijn. Een beetje zoals een geïmproviseerde legpuzzel. Meestal worden de openingen tussen de stenen ingevoegd. Of zit er gewoon aarde tussen, zodat sprietjes gras, paardebloemen en andere sterke planten de voegen kunnen opvullen.
Hier had de kunstenares de ruimtes tussen de stenen ingekleurd met stukjes mozaïek. Kleurige slangen slingerden tussen het grijs van de straatstenen. Zo mooi! Sommige van de gekleurde mozaïektegeltjes waren vrij groot van diameter, andere waren echt piepklein. Maar het paste allemaal in elkaar alsof het er altijd al had gelegen.
Ik liet aan de eigenares blijken hoe leuk ik het vond. Ze glimlachte: ik denk dat ze wel vaker complimenten krijgt over dit magisch ogende pad. Natuurlijk heeft ze de materialen voor het grijpen in haar werkplaats. Stukjes keramiek, scherven van tegels, gebarsten werkstukken. Hele dozen vol kleurrijke stukjes.
Ik vroeg hoe ze de mozaïek had vastgezet. Ik dacht in beton, maar dat bleek niet het geval. Ze had tijd gestoken in het zoeken van het juiste stukje kleurige opvulling om in de beschikbare ruimte te passen. Alles bleef gewoon op zijn plaats door het tussen de grote tegels te klemmen, en zo de hele voeg lang, door de tegeltjes tegen elkaar aan te drukken.
Mijn nichtje, een kunstenares in hart en nieren, zei dat ze liever zachte keitjes in allerlei vormen en kleuren zou gebruiken. Ze had er al een heleboel in haar schatkist. Dat kan ook natuurlijk: een rups van stenen, waarom niet!
Ik dacht bij mezelf dat ons eigen pad echt het pad is dat we voor onszelf creëren. En dus is het aan elk van ons om er een beetje van onszelf in te stoppen. Zolang we het maar mooi maken!