In de hoofdstad is een goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning binnenkort verplicht voor alle nieuwe coliving projecten.
De regering van Rudi Vervoort stelt in een decreet van 15 mei, dat op 21 juni in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd, dat coliving nu afhankelijk is van een stedenbouwkundige vergunning. Een vergunning zal nu dus nodig zijn zodra een eigenaar een coliving vestigt in een of meer appartementen. Het kan een beleggingspand zijn, maar ook een huis, een duplex of een appartement.
Ter herinnering: coliving betreft woningen die bedoeld zijn voor de bewoning van meerdere personen die een of meer privéruimtes en collectieve gemeenschappelijke ruimtes hebben. Het geheel wordt gehuurd door een niet-bewonende verhuurder voor een periode van minimaal 3 maanden, met een individuele huurovereenkomst voor elke huurder, en die gepaard kan gaan met diensten ten voordele van de bewoners. Bijgevolg vallen gedeelde flats, solidaire woningen (in de zin van de Brusselse Huisvestingscode), collectieve studentenhuisvesting en rusthuizen niet onder deze maatregel.
Welke erkenning?
Naast de stedenbouwkundige vergunning heeft de Brusselse uitvoerende macht, die nu verantwoordelijk is voor de lopende zaken, ook een erkenningssysteem opgezet, waarvan de voorwaarden en modaliteiten nog moeten worden bepaald. De verhuurder van een coliving project zal dus een dubbele machtiging moeten verkrijgen om zijn woning te verhuren.
Uit de meest recente cijfers, van juni 2021, blijkt dat er niet minder dan 164 coliving-ruimtes zijn in de hoofdstad, d.w.z. 1.510 kamers voornamelijk geconcentreerd in Elsene, Brussel-Steden en Sint-Gillis. Het is een veilige gok dat dit aantal nu veel hoger is. Dit is genoeg om sommige gemeenten ertoe aan te zetten wetgeving uit te vaardigen om te proberen een fenomeen te beteugelen dat perverse effecten kan hebben, waaronder vastgoedspeculatie en de verdichting van bestaande gebouwen.