Mijn knutselkast is langzaam maar zeker ontaard in een kast vol stukjes en brokjes. Stukken stokjes, oude knopen, oude blokjes pastelverf, dunne linten, … Bij het opruimen vond ik ook een wit rechthoekig doek, middelgroot en nog ingepakt. Ik legde het aan de kant, want ik had zin om het kleur te geven.
Ik had niet echt een doel voor ogen en ook niet echt zin om er één te zoeken. En dus probeerde ik een techniek waar een vriendin die lerares is me over had verteld. Gewoon om het eens te zien. En om mezelf een moment van creatieve ontspanning cadeau te doen.
Het idee? Lijmbanen trekken op het doek. Willekeurig. Op zo’n manier dat je vlakken tekent die worden afgebakend door een klein streepje lijm. Het leek wel op een doek met gekke schildpadschubben. Of kleine eilandjes die van elkaar gescheiden waren door een oever van schuim.
Ik liet de lijm drogen. Mijn vriendin gebruikte met haar kleine leerlingen glitters, die ze op de lijm strooiden voordat die hard werd. Ik zag meer in het idee van een eenvoudig wit lint in reliëf.
Ik haalde mijn penselen en acrylverf boven. En ik vulde elke ruimte tussen de opgedroogde lijmsporen. Ik hield het bij blauw- en groentinten. Ik probeerde van donker naar licht te gaan. Als een zeebodem die lichter wordt naarmate de kust dichterbij komt.
Het is geen meesterwerk geworden, dat niet. Maar toch is de techniek interessant. Op een groot doek zou het wel eens heel mooi en origineel kunnen zijn. Op een klein doek wordt je oog te snel vastgehouden en is de indruk van reliëf en diepte die de lijm en de kleurkeuze geven wat te vluchtig.
Ik ga het experiment zeker nog eens herhalen. We zullen zien wat het geeft! Over het algemeen vond ik het schilderen erg leuk: het is net zo ontspannend als het inkleuren van ontwerpen in een schrift.
Klaar? Lijmen maar!