Op papier doen Belgen het uitstekend: volgens de meest recente enquête van ING hebben 7 op de 10 eigenaars al minstens één maatregel genomen om hun woning energiezuiniger te maken. Isolatie, zonnepanelen, energiezuinige huishoudtoestellen… goede bedoelingen genoeg. Maar de realiteit slaat hard toe.

Sinds 2022 zijn de kosten voor bouwen en renoveren de hoogte in geschoten, met materialen die nog steeds duidelijk duurder zijn dan voor 2020. Het resultaat? Meer dan één op de drie eigenaars laat de renovatieplannen varen door een gebrek aan middelen of voldoende ondersteuning.
Verhuurders blijven achter
Eigenaars die hun woning verhuren, zijn nog terughoudender. Slechts 23 % onder hen heeft de isolatie van hun panden verbeterd, tegenover 34 % van de bewoners. Hoe komt dat? Omdat de energiefactuur bij een renovatie daalt voor de huurder, maar niet voor de verhuurder.
Daarbovenop komen de klassieke obstakels: strikte huurcontracten, voortdurend veranderende premies en huurders die liever geen vakmannen over de vloer krijgen. 51 % van de huurders geeft aan open te staan voor renovatiewerken, maar alleen als de huur niet stijgt.
Een beleid dat te vaak verandert
Sinds de renovatieverplichting in Vlaanderen in 2023 zijn de regels voortdurend in beweging. Uitgestelde termijnen, aangepaste premies, strengere normen… het is zelfs voor ons moeilijk om het allemaal bij te houden. Gevolg: één op de vier Belgen stelt de renovatieplannen uit door deze regelgevende onzekerheid.
En met de daling van de energieprijzen sinds 2022, verdwijnt ook de motivatie. Waarom vandaag investeren als de factuur toch al lager ligt? Nochtans, met 87 % van de Belgische gebouwen die dateren van vóór 2002, is renovatie geen luxe maar bijna een plicht naar het milieu toe.
Iedereen wil, maar…
Met stijgende kosten, een wankel beleid en verdwijnende steunmaatregelen blijfven energetische renovaties een collectief ideaal en een individuele uitdaging. Iedereen wil de planeet redden, maar niemand wil er zijn hemd aan verliezen.