Volgens de meest recente cijfers van de FOD Financiën, waarover de Franstalige krant L’Écho bericht, woont amper 21,4 % van de Brusselaars in een eigen woning. Maar hoe zit dat in Vlaanderen en Wallonië?

Dit cijfer uit Brussel staat tegenover de 45 % eigenaars in Vlaanderen en 38 % in Wallonië. En in de andere grote Belgische steden? De hoofdstad blijft ook in die vergelijking achter: 27 % in Luik, 32 % in Antwerpen, Namen, Charleroi en zelfs 33 % in Gent. De hoge vastgoedprijzen in Brussel spelen daar uiteraard een grote rol in.
Wat Brussel uniek maakt, is vooral het residentiële aanbod: 70 % appartementen, 30 % huizen. In Wallonië en Vlaanderen is dat vrijwel omgekeerd.
Sommige gemeenten die het (iets) beter doen
Sommige zones tonen een iets hoger percentage eigenaar-bewoners, zoals Ukkel, Oudergem, Sint-Pieters-Woluwe of Watermaal-Bosvoorde, waar het eigenaarschap schommelt tussen de 28 en 30 %. In contrast daarmee blijft eigendom eerder uitzonderlijk in gemeenten zoals Sint-Joost (14 %), Sint-Gillis (15,9 %) of Elsene (16 %). Dat kan te maken hebben met de gemiddeld koopkracht van de bevolking, maar ook met het aantal expats, studenten…
Jonge mensen? Ze blijven… en trekken dan weg
Veel jonge gezinnen kopen een eerste appartement in de stad, om daarna Brussel te verlaten voor de randgemeenten wanneer ze op zoek gaan naar iets groters. Vaak verhuren ze hun eerste woning daarna, meldt de krant. Ondertussen blijven gezinnen in Wallonië en Vlaanderen doorgaans in hun eigen regio wonen, wat automatisch het aandeel eigenaars doet stijgen.