De huurder van een huis of appartement geeft een opzeg van drie maanden. In de loop van de opzegtermijn bedenkt de huurder zich en laat hij weten toch in het pand te willen blijven en de opzeg ‘in te trekken’. Is zo’n intrekking dan wel geldig?
Het gebeurt wel eens dat een huurder die z’n huurovereenkomst opzegt daar later spijt van krijgt en alsnog wil terugkomen op de gegeven opzeg. Maar kan dat wel?
Opzeg gegeven is gegeven
Als de huurder de huurovereenkomst opzegde en de verhuurder dat ook kan bewijzen, dan zit de huurder vast aan de opzeg. Zelfs als hij zegt dat hij uiteindelijk toch in het pand wil blijven en dat hij wil terugkomen op de opzeg die hij gaf, hoeft de verhuurder dat niet te accepteren. De verhuurder kan dus de opzeg als definitief beschouwen ook al wil de huurder die intrekken.
En omgekeerd?
Dezelfde spelregels gelden als de verhuurder een opzeg geeft en deze de huurder nadien toch als huurder wil behouden. Ook dan kan de huurder de huur als beëindigd beschouwen en de verhuurder houden aan de door hem gegeven opzeg.
Andere afspraken kunnen
Zijn de huurder en de verhuurder het eens om toch verder te blijven (ver-)huren ondanks de gegeven opzeg, dan kan dat. Om discussies te vermijden zet je in dat geval deze afspraak best op papier. Kom daarbij overeen dat de partijen het eens zijn om de gegeven opzeg als onbestaande te beschouwen en de bestaande huurovereenkomst gewoon verder te laten lopen.
Jan Roodhooft, avocat (www.ra-advocaten.be)