Eén van je kinderen wil bouwen of een huis kopen. Je overweegt om het kind in kwestie een som geld of een bouwgrond te schenken. Alleen wil je niet dat de partner van je kind met die schenking gaat lopen als er tussen je kind en diens partner ooit een haar in de boter komt. Hoe kan je dan te werk gaan?
Schenk onder voorwaarden
Het is vooreerst natuurlijk van belang om de schenking aan je kind alleen te doen. Je kan daar ook nog een voorwaarde aan koppelen. Zo kan je in de schenkingsakte een clausule opnemen waarin je je kind verbiedt om de schenking in te brengen in een huwgemeenschap of in een toegevoegd gemeenschappelijk vermogen. Zo’n clausule noemt men een ‘uitsluitingsclausule’. Een dergelijke bepaling is ook geldig. Doe je bij de schenking een beroep op een notaris dan kan die je helpen om deze clausule correct op papier te zetten.
Schenk je een som geld, zorg er dan voor dat dit geld terecht komt op de eigen rekening van je kind en niet op een gezamenlijke rekening van je kind en diens partner. Zo vermijd je dat je schoonkind komt te zeggen dat hij of zij en je kind beiden begunstigden waren van de schenking. Zorg er tevens voor dat er correcte bewijzen zijn van de schenking, hand- of bankgift. Weet dat een schenking via een notaris moet gebeuren. Voor een bank- of handgift is dat niet nodig. Je bankier kan je bij een bank- of handgift helpen om de juiste documenten op te stellen.
Laat je kind afspraken maken
Als je kind gehuwd is onder een stelsel van scheiding van goederen of als het ongehuwd samenwoont, dan koopt het misschien wel samen met diens partner een onroerend goed. Het kan dan gebeuren dat je kind door de geschonken gelden te gebruiken meer dan zijn partner investeert in het onroerend goed dat door beiden voor de onverdeelde helft wordt aangekocht. In dat geval is het belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt over wat er met die meerinbreng moet gebeuren als er uiteindelijk een haar in de boter komt.
Zo kan er bijvoorbeeld afgesproken worden dat het schoonkind de helft van de meerinbreng (eventueel vermeerderd met intresten) moet vergoeden bij het uiteengaan. Er kunnen ook afspraken worden gemaakt over een andere verdeling dan bij helften van de meerwaarde die het onroerend goed in de loop van het huwelijk heeft gekregen. Zorg er wel voor dat deze afspraken op een correcte manier op papier worden gezet. Gebeurt dat niet dan zal het bestaan van zo’n overeenkomst namelijk niet kunnen worden bewezen. Voor de opmaak van een dergelijke overeenkomst doe je best een beroep op de diensten van een advocaat of notaris.
Een alternatief bestaat er in dat je kind en schoonkind het onroerend goed niet in een 50-50 verhouding maar elk voor een ander breukdeel (bv. 1/3 en 2/3) aankopen en dit in functie van het bedrag dat elkeen in het onroerend goed in kwestie investeert.
En als je kind gehuwd is zonder huwelijkscontract?
Is je kind gehuwd onder het wettelijk stelsel (scheiding van goederen en gemeenschap van aanwinsten) dan valt de schenking in principe in het eigen vermogen van je kind. Investeert dat dan het geld in een gemeenschappelijk onroerend goed dan kan het eigen vermogen van je kind als het tot een echtscheiding komt een vergoeding vragen van het gemeenschappelijk vermogen. De wet geeft daar namelijk een basis voor zelfs als er geen specifiek contract wordt opgesteld. Het wettelijk stelsel is op dat vlak dus gunstiger voor je kind dan een stelsel van scheiding van goederen waar een schriftelijk contract moet worden opgemaakt.
De vergoeding die je kind dan bij een eventuele echtscheiding van het gemeenschappelijk vermogen kan vragen mag niet kleiner zijn dan het bedrag dat het vanuit het eigen vermogen investeerde in de huwgemeenschap. Als de gelden gediend hebben tot het verkrijgen, in stand houden of verbeteren van een goed, dan krijgt je kind volgens de wettekst eventueel zelfs nog meer. Het deelt dan ook in de waardevermeerdering van het onroerend goed.
Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)