Men zegt vaak dat de huurwaarborg het maximum is dat je als verhuurder kan vragen wanneer je huurder schade toebrengt aan jouw huurpand. Maar is dat werkelijk zo? En welke regels moet je volgen?
Het grote misverstand
Jouw huurder is verantwoordelijk voor alle huurschade die hij of zij aan het gehuurde pand veroorzaakt. Dat betekent dat als de schade hoger is dan het bedrag van de huurwaarborg, je niet tevreden moet zijn met enkel de waarborg. Je kan ook de rest van de schade op de huurder verhalen.
Als de huurder deze schade niet spontaan betaalt, kan je als verhuurder naar de vrederechter stappen. Deze kan de huurder veroordelen tot betaling van een bijkomende vergoeding bovenop de huurwaarborg.
Wat als de huurder niet kan betalen?
Hou er rekening mee dat de huurder mogelijk niet in staat is om deze bijkomende kosten te betalen. In dit geval loop je het risico dat je weliswaar een vonnis krijgt van de rechtbank, maar dat je het uiteindelijk niet kan uitvoeren en dat je alsnog tevreden moet zijn met alleen de huurwaarborg.
Zorg voor een plaatsbeschrijving
Het is ook belangrijk dat je de schade kan bewijzen. Daarvoor is het nodig dat er bij aanvang van de huur een tegensprekelijke plaatsbeschrijving wordt opgesteld. Indien dit niet het geval is, wordt de huurder geacht het pand in dezelfde staat te hebben ontvangen als waarin hij het achterlaat. Je zal dan het tegenbewijs moeten leveren, wat bijzonder moeilijk kan zijn.