Ik hou van ruwe baksteen. Waarom weet ik niet, maar ik heb het gewoon graag…
Ruwe baksteen op een hele muur. Je ziet het vaak in restaurants en soms zelfs in woonkamers. Het is een must voor wie van een industriële inrichting houdt. Daarnaast is het ook rustiek en geeft het cachet aan een kamer. Je kan kiezen tussen een antiek effect, wit, houtskool zwart… Zelf opteer ik liever voor roodbruin. Da’s natuurlijk en warm.
Ik hou van de onregelmatigheid van zo’n muur. Dat de stenen niet perfect uitgelijnd zijn, dat hun omvang niet identiek is, maar ook dat het cement dat ze bij elkaar houdt niet overal even dik is. Want een muur die te glad, te recht of te rechtlijnig is, heeft voor mij niet veel charme meer.
Niet alleen wat stenen muren betreft…
Ook in de liefde zijn het vaak de onvolkomenheden van de ander die hem of haar aantrekkelijker maken in onze ogen. Natuurlijk kijken we graag naar slanke lichamen, sportieve silhouetten, strakke huiden, gladde gezichten. Maar wat ons hart het meest verwarmt, lijkt op wat men helaas een gebrek zou kunnen noemen. Een kromme neus, een cockerspaniëllook, een spijker die nooit op zijn plaats blijft, een zachte buik, een stervormige moedervlek. Imperfecties maken perfect. En wekken emoties op.
Je hand over die ruwe, kale bakstenen muur laten glijden heeft zin. Het is begrijpen dat niets voor de hand liggend en gemakkelijk is. Noem het een herinnering aan de tijd die voorbijgaat en hoe moeilijk het leven soms is. Een stenen muur in de woonkamer is niet alleen mooi, er wordt een verhaal mee verteld.
Ik kon natuurlijk ook gewoon voor behang met een baksteeneffect kiezen. Ik zag dit laatst bij een vriendin en het zag er geweldig uit. Maar ik miste nog iets. Er goed uitzien is goed, maar je moet het kunnen voelen…