Een tuin zonder gazon? Vandaag lijkt dat bijna ondenkbaar. Maar ooit – geloof het of niet – was een groen gazon een statussymbool voor de elite. Ooit werd het zelfs als ronduit snobistisch beschouwd! Tijd om even terug te keren naar de wortels van dat groene tapijt in onze achtertuinen.
We springen terug naar de 17de eeuw, met name in Groot-Brittannië en Frankrijk. In deze periode kalmeren de politieke spanningen wat, en worden zwaar bewaakte kastelen omgetoverd tot stijlvolle en vredige landhuizen. De adel en rijke burgerij wilden hun rijkdom en macht etaleren – en hoe doe je dat beter dan door vruchtbare landbouwgrond op te geven en om te vormen tot een sierlijk, onderhouden gazon puur voor het uitzicht?
Het idee was simpel maar krachtig: “Kijk hoeveel land wij kunnen missen, gewoon voor de schoonheid.” Gazons stonden voor overvloed en verfijning – ze waren makkelijk aan te leggen, gaven een gevoel van rust en elegantie, en maakten vooral indruk op bezoekers.
Toen de Britten later naar Amerika trokken, namen ze het concept van het siertapijt mee. Sindsdien is het gazon uitgegroeid tot een wereldwijd fenomeen. Maar ironisch genoeg is het vandaag de dag zo alomtegenwoordig dat alternatieven voor het klassieke grasveld nog zelden aandacht krijgen. Terwijl een tuin zóveel meer kan zijn dan alleen een strak gemaaid grasveld…