Je woont samen met je partner in een woning waarvan jij alleen eigenaar bent. Kan je er dan voor zorgen dat deze na je overlijden minstens nog een tijdlang kan blijven wonen? Hoe kan je daarbij zoal te werk gaan?
Als je feitelijk samenwoont in een huis of appartement dat jouw eigendom is, riskeert je partner op het moment dat jij overlijdt te moeten verhuizen. Feitelijke samenwoners erven nu eenmaal niet automatisch van elkaar en de kans is niet onbestaande dat je erfgenamen de aanwezigheid van je partner in het door hen geërfde pand niet meer zullen dulden.
Toch bestaan er een aantal mogelijke oplossingen hiervoor. Tijdens je leven kan je er nu eenmaal op verschillende manieren voor zorgen dat je partner toch zal kunnen blijven wonen. Maar hoe kan je hierbij zoal te werk gaan?
Testament maken
Een eerste oplossing bestaat erin dat je een testament opmaakt waarin je je partner begunstigt. Je kan dat testament zelf opmaken of dat laten doen door een notaris.
In dat testament kan je tal van regelingen treffen. Zo zou je bv. de eigendom van de voormalige gezinswoning kunnen nalaten aan je ex-partner. Je zou die ook bv. het vruchtgebruik (levenslang of tijdelijk) over de woning kunnen geven of bv. een recht van bewoning. Hou er wel rekening mee dat er mogelijks grenzen zijn aan datgene wat je via testament kan nalaten aan je partner. Het kan nu eenmaal zijn dat je een aantal reservataire erfgenamen hebt (zoals bv. je kinderen). In dat geval mag wat je via testament aan je partner geeft het zogenaamd beschikbaar deel van je nalatenschap niet te boven gaan.
Huurcontract
Je kan daarnaast ook met je partner een levenslang huurcontract of een huurcontract voor een bepaalde termijn aangaan waarbij je afspreekt dat dit contract pas begint te lopen op het moment dat je overlijdt. Je erfgenamen zullen in dat geval je partner als huurder moeten accepteren en kunnen deze dan niet zomaar uit de woning zetten.
Weet wel dat je er in dit geval voor moet zorgen dat je een realistische huurprijs overeenkomt om te vermijden dat men meent dat er sprake is van een schenking. Je zou daarbij kunnen afspreken dat die huurprijs maandelijks moet worden betaald (aan je erfgenamen dan), dan wel dat er een eenmalige som moet betaald worden.
Aankoopoptie
Een andere denkpiste bestaat erin dat je aan je samenwonende partner een aankoopoptie geeft die deze kan uitoefenen op het moment dat jij overlijdt. Meer bepaald maak je dan de afspraak dat je partner de woning of het appartement waar je samenwoont mag kopen op het moment dat jij sterft waarbij je ook meteen al de aankoopprijs afspreekt waartegen dat zal kunnen gebeuren.
Ook hier dien je er rekening mee te houden dat als deze aankoopprijs te laag is, de kans bestaat dat je erfgenamen komen te beweren dat er eigenlijk sprake is van een verdoken schenking. Hou er verder rekening mee dat je partner als deze het pand koopt hierop verkooprechten dient te betalen.
De aankoopoptie hoeft trouwens niet noodzakelijk te slaan op de volle eigendom van het onroerend goed, maar kan ook bijvoorbeeld betrekking hebben op het vruchtgebruik daarvan.
Beding van aanwas
Nog een andere oplossing bestaat erin dat je partner al dadelijk de helft van het onroerend goed van je overkoopt en dat je in de verkoopakte een beding van aanwas overeenkomt. Hierbij spreek je dan af dat als één van jullie beiden overlijdt, het ganse onroerend goed naar de andere gaat. Een dergelijke afspraak kan je echter alleen maar maken als jij en je partner ongeveer gelijke kansen hebben om eerst te overlijden.
Huwen of wettelijk samenwonen
Je kan er ook nog altijd voor kiezen om te huwen of wettelijk te gaan samenwonen. Gehuwden en wettelijke samenwoners hebben nu eenmaal wel een wettelijk erfrecht. Zo zal je echtgeno(o)t(e) alleszins en minstens het vruchtgebruik erven op je nalatenschap en erft je wettelijk samenwonende partner het vruchtgebruik op de gezinswoning en daarin aanwezige huisraad voorzover je hem of haar dit recht niet ontnam.
Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)