Aluminiumfolie heeft twee kanten: de ene blinkend en de andere mat. Heel wat mensen vragen zich af welke kant je moet gebruiken, vooral bij het bereiden van etenswaren.
Maar waarom heeft aluminiumfolie aan elke kant een andere afwerking? De verklaring vinden we in zijn productieproces. Aluminiumfolie wordt gemaakt dankzij de techniek van het lamineren. Concreet wordt een aluminium plaat met een dikte van ongeveer 1 cm progressief uitgevlakt door hem tussen de cilinders van een wals te sturen.
Net voor de gewenste dikte bereikt wordt, enkele tientallen µm, worden twee vellen op elkaar gelegd en op hetzelfde moment gewalst. Door dat op elkaar leggen, ontstaat een verschil in glans, omdat de wrijving van de twee binnenzijdes een matte afwerking geeft, terwijl de buitenkanten in contact met de gepolijste cilinders een blinkende afwerking geven.
En in de keuken?
We horen vaak zeggen dat de blinkende kant van aluminiumfolie de warmte eerder reflecteert dan de matte kant. Dat zou, logischerwijze, een invloed moeten hebben bij het bereiden van voedingsmiddelen. Maar is dat echt het geval? Het antwoord is negatief!
We onderscheiden 3 types kookprocessen:
- Hittestraling (dit is het geval in een oven met statische warmte),
- Geleiding (het directe contact tussen de voeding en het warme oppervlak, zoals op een grill)
- Of nog convectie (Dat is het geval in een oven wervelende hitte, warme lucht die rond de voeding draait).
Bij aluminiumfolie wordt tijdens het bakproces vooral rekening gehouden met warmtestraling. Onzichtbare infraroodgolven die in principe door glanzende oppervlakken en dus de aluminiumfolie weerkaatst worden en zo het bakproces vertragen. De oneffenheid van de glans aan beide zijden van het papier alleen is echter niet voldoende om een verschil te veroorzaken. En dus maakt het niet uit in welke richting de aluminiumfolie geplaatst wordt!