Vorige week werd een wetsontwerp goedgekeurd waarbij er een nieuwe regeling komt voor de wijze waarop je in België belast wordt op buitenlands vastgoed. Maar wat moet je daar precies over weten?
Word je in België sowieso belast?
Als je eigenaar bent van een tweedeverblijf in het buitenland, riskeer je daarop vooreerst in het land in kwestie zelf te worden belast. Zo zou je bv. belast kunnen worden op de huurinkomsten die je uit het pand haalt of zou kunnen halen, moet je mogelijks een meerwaardebelasting betalen enz. De wijze waarop dat gebeurt hangt af van het land waar het onroerend goed is gelegen. Het is dan ook belangrijk je daarover goed te informeren voor je overgaat tot zo’n aankoop.
Daarnaast bestaat de kans dat je ook in België belastingen moet betalen op je buitenlands vastgoed. In België moet je nu eenmaal je zogenaamd ‘wereldwijd inkomen’ opgeven. Het kan wel zijn dat er met het land waar je buitenlands vastgoed is gelegen een dubbelbelastingverdrag werd gesloten. Als dat het geval is, wordt daarin veelal bepaald dat het land waar het onroerend goed gelegen is, belastingen daarop mag heffen en het land waar je woont (hier dus België) niet. Toch zijn er ook dan gevolgen op fiscaal vlak voor jou in België. Je moet meer bepaald rekening houden met het zogenaamde progressievoorbehoud. Dat betekent dat je ten gevolge van de eigendom van het buitenlands onroerend goed voor wat betreft je Belgische inkomstenbelastingen mogelijk in een hogere belastingschijf terechtkomt.
Waarom een nieuwe regeling?
Onder de vroegere wetgeving was het zo dat de Belgische fiscus de buitenlandse huurwaarde of de effectieve huurinkomsten die je haalde uit je tweedeverblijf in het buitenland gebruikte om de hoogte te bepalen van de aanslagvoet op je overige Belgische belastbare inkomsten. Voor een aantal landen werd wel aanvaard dat je het buitenlands equivalent van het Belgische kadastraal inkomen gebruikte (zo bv. voor onroerend goed dat in Frankrijk of Spanje is gelegen).
De wijze waarop buitenlands vastgoed werd meegeteld in de inkomstenbelasting week dus af van de manier waarop Belgisch vastgoed werd belast. Voor Belgisch vastgoed word je nu eenmaal veelal in de personenbelasting belast op basis van het kadastraal inkomen van je pand. Dat kadastraal inkomen is een fictief inkomen dat overeenstemt met het gemiddelde jaarlijkse netto-inkomen dat het onroerend goed zijn eigenaar zou opbrengen … met als referentietijdstip 1975.
Het Europese hof van justitie meende echter dat die werkwijze niet door de beugel kon en dit gelet op de verschillende wijze waarop Belgisch en buitenlands onroerend goed belast wordt.
Wat zegt de nieuwe wet?
De nieuwe wet wil nu komaf maken met dit onderscheid in het belasten van Belgisch en buitenlands vastgoed. Meer bepaald zal buitenlands vastgoed nu ook … een Belgisch kadastraal inkomen krijgen.
Om dat kadastraal inkomen te kunnen bepalen zal je als eigenaar van buitenlands vastgoed een formulier moeten invullen waarbij je je pand zal moeten beschrijven en informatie zal moeten geven om het zogenaamde kadastraal inkomen van dat pand te kunnen vaststellen.
Was je al voor 1 januari 2021 eigenaar van een tweedeverblijf in het buitenland, dan kan je vanaf juni de informatie die je moet verstrekken indienen via MyMinfin of via een formulier dat ter beschikking zal staan op de website van de fiscus. Je zal dat formulier ook per mail of per brief kunnen opvragen. Je moet dan de aangifte uiterlijk op 31 december van dit jaar doen. Kocht je sinds 1 januari 2021 een onroerend goed aan in het buitenland dan moet je binnen de vier maanden na de aankoop een aangifte doen.
Vanaf wanneer?
De nieuwe regels werden wel al gestemd in de kamer maar zijn nog niet verschenen in het Belgisch staatsblad.
Zij zijn voor wat betreft de inkomstenbelasting van toepassing vanaf het aanslagjaar 2022. Heb je een tweedeverblijf in het buitenland, dan moet je dit in de belastingsaangifte die je dit jaar indient nog steeds op dezelfde wijze aangeven dan dat je dat de voorbije jaren deed.
Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)