Er werden 717 aanvragen ingediend door pandeigenaars om in aanmerking te komen voor het fiscaal voordeel voor huuruitstel in het kader van de pandemie.
Hoewel deze cijfers niet definitief zijn, tonen ze wel een zekere mislukking aan van de federale maatregel om een belastingvoordeel toe te kennen aan verhuurders die afstand doen van hun huur om één of meer huurders te helpen die als gevolg van de gezondheidscrisis in moeilijkheden verkeerden. Meer bepaald werden slechts 318 aanvragen van particulieren en 399 van KMO’s ingediend om in aanmerking te komen voor het belastingvoordeel van de federale regering omtrent de vrijstelling van huur.
Merk op dat van deze 717 aanvragen sommigen niet ontvankelijk zullen zijn. De FOD Financiën moet immers nog nagaan of de dossiers echt aan de voorwaarden voldoen om van het belastingvoordeel te kunnen genieten.
Waaruit bestaat dit belastingvoordeel?
Verhuurders die ermee instemden de verschuldigde huren voor de maanden maart, april, mei, juni, juli, augustus en/of september 2021 kwijt te schelden, konden een belastingvermindering krijgen voor particulieren, en een belastingkrediet voor verhuurvennootschappen, van 30% van het huurbedrag (op voorwaarde dat de aanvragen vóór 15 november werden ingediend). Het in aanmerking te nemen bedrag werd echter beperkt tot 5.000 euro per maand per huurovereenkomst en mocht niet meer bedragen dan 45.000 euro per belastingbetaler voor alle huurovereenkomsten samen.
De kwijtschelding van de huur moest ook vrijwillig en definitief worden verleend aan de huurder voor de maanden in kwestie, waarbij die huurder ofwel een natuurlijke persoon is die zijn activiteit als zelfstandige in hoofdzaak uitoefent in het eigendom in kwestie, ofwel een klein bedrijf, dat behoorde tot één van de categorieën die verplicht moesten sluiten omwille van de gezondheidsmaatregelen die de regering vanaf 12 maart 2020 nam. Tenslotte moest het afzien van huur door de verhuurder schriftelijk door beide partijen overeengekomen worden.