Eigenaars van een onroerend goed geven wel eens een voorkeurrecht aan bv. de huurder van hun pand. Je krijgt dan ‘de voorkeur’ om het pand aan te kopen als dat zou worden verkocht. Maar wat zegt het nieuwe wetboek verbintenissen daarover?
Eind dit jaar treedt het nieuwe wetboek verbintenissen in werking. In die wet wordt onder meer een regeling getroffen voor zogenaamde voorkeurscontracten die bv. met betrekking tot onroerende goederen worden afgesloten.
Informatie geven
Volgens de nieuwe wet moet diegene die het voorkeurrecht gaf aan de begunstigde daarvan kennis geven van de essentiële en substantiële bestanddelen van het contract dat hij wil sluiten met een andere partij. Hij mag bovendien slechts met een derde contracteren nadat hij aan de begunstigde van het voorkeurrecht de gelegenheid gaf om dat recht uit te oefenen.
Beslis je dan als begunstigde het voorkeurrecht niet uit te oefenen dan kan de eigenaar met iemand anders in zee gaan. Hij mag dat evenwel niet doen tegen een lagere prijs of tegen gunstigere voorwaarden. Wil de eigenaar de voorwaarden wijziging dan moet hij je daarvan opnieuw in kennis stellen en je opnieuw toelaten je voorkeurrecht uit te oefenen.
Sanctie
Schendt de eigenaar je voorkeurrecht, dan kan je de gedwongen uitvoering van het contract en/of een schadevergoeding vragen. Was de uiteindelijke koper op de hoogte van het voorkeurrecht dan kan je je ook tot hem richten. Je kan ook van hem een schadevergoeding vragen of zelfs eisen dat je de plaats van de koper mag innemen in het gesloten contract.
Andere afspraken
De wettelijke regeling is wat men noemt van aanvullend recht. Dat betekent dan ook dat de eigenaar en jij het voorkeurrecht anders zouden kunnen invullen in de overeenkomst die je onderling maakt.
Jan Roodhooft, advocaat