Je bent op zoek naar een woning of appartement om te huren. Kan je, als je interesse hebt in een welbepaald pand maar nog even wil nadenken (of overleggen met iemand), aan de verhuurder om een optie vragen? Met welke spelregels moet je daarbij rekening houden?
Als je wil gaan huren en een bepaald pand dat je bezocht je aanstaat, wil je allicht nog even nadenken vooraleer je beslist om effectief een huurovereenkomst af te sluiten. Misschien wil je thuis alles nog eens op een rijtje zetten of met je partner overleggen. De kans bestaat dan evenwel dat een andere kandidaat-huurder van die ‘tussentijd’ gebruik maakt om het pand in kwestie te huren en dat deze ‘je voor is’. Om dat te vermijden zou je kunnen vragen aan de verhuurder of je geen optie krijgt.
Een optie is wettelijk gezien toegelaten
Krijg je zo’n optie dan krijg je het recht om binnen de termijn waarvoor de optie aan jou verleend wordt het pand te huren tegen de door de verhuurder vooropgestelde voorwaarden. Jij als huurder verbindt je door zo’n optie te krijgen tot niets. Beslis je uiteindelijk om het pand niet te huren, dan staat dat je vrij. Het is enkel de verhuurder die zich engageert om gedurende de termijn dat de optie geldt niet aan iemand anders te verhuren.
De wet verbiedt niet dat de verhuurder je een optie geeft om het pand te huren. Weet wel dat je de verhuurder niet kan verplichten om dat te doen. Ook de tijd waarvoor je zo’n optie kunt krijgen (bv. voor 24 uur, een week of zelfs langer) wordt in de wet niet begrensd. Dat is trouwens in de drie gewesten (Vlaanderen, Brussel en Wallonië) het geval.
De verhuurder miskent de optie
Geeft een verhuurder je een optie en verhuurt hij nadien tijdens de optietermijn het pand toch aan iemand anders, dan gaat de verhuurder in de fout. Je kan dan een schadevergoeding van hem vragen of (als de verhuurder het pand nog niet aan iemand anders verhuurde) eventueel de gedwongen uitvoering van het huurcontract.
Het nieuwe verbintenissenrecht dat begin volgend jaar in werking treedt laat soms ook toe de uitvoering van het huurcontract te vragen of (als de uiteindelijke huurder afwist van de optie) dat je in diens plaats gesteld wordt als huurder.
Afspraken op papier
Wil je de optie afdwingen of een schadevergoeding vragen, dan moet je het bestaan daarvan wel kunnen aantonen. In de praktijk zal dat bijzonder moeilijk zijn als de verhuurder niets op papier zette en deze je louter mondeling de optie gaf.
Vraag daarom dat de verhuurder zijn engagement ook schriftelijk aan jou bevestigt. Vraag daarbij dat duidelijk vermeld wordt over welk onroerend goed het gaat, voor hoelang de huurovereenkomst dient te worden gesloten en tegen welke prijs dat het geval is. Laat de verhuurder ook vermelden voor hoelang je een optie krijgt. In de optie kan ook staan op welke manier je moet laten weten dat je beslist om toch te huren. Weet wel dat maar weinig verhuurders bereid zullen worden gevonden om dat te doen en dat je allicht genoegen zal moeten nemen met ‘hun woord’.
Vergoeding?
Misschien wil de verhuurder je wel een optie geven maar vraagt die dat je daarvoor een bepaald bedrag als vergoeding betaalt. Dat bedrag wordt dan bv. in mindering gebracht op de eerste huurprijs als je uiteindelijk huurt. Huur je niet, dan ben je de vergoeding in kwestie ‘kwijt’ en komt die toe aan de verhuurder.
De kans is naar mijn mening niet onbestaande dat een dergelijke afspraak ook geldig is. Als huurder vermijd je dan ook maar beter een vergoeding voor de optie te moeten betalen.
En een huurbelofte?
Strikt gezien is het ook denkbaar dat je als kandidaat-huurder een huurbelofte onderschrijft. Daarbij verbind je je dan om een huurcontract af te sluiten als de verhuurder ook aan jou wil verhuren. De verhuurder blijft in zo’n geval vrij om al dan niet aan jou te verhuren. Jij bent de enige die je verbindt. Het moge duidelijk zijn dat je maar beter een dergelijk engagement niet op jou neemt.