Je buur plaatst op zijn perceel grond een afsluiting met jouw perceel die je echt lelijk vindt. Kan je daar dan iets tegen ondernemen of moet je daar verder op blijven kijken? Met welke spelregels moet je zoal rekening houden?
Leefde je buur de wet na?
Dat is alvast de eerste vraag die je je moet stellen. Het kan nu eenmaal zijn dat je buur een stedenbouwkundige vergunning nodig had om de afsluiting te mogen plaatsen. Heeft hij die niet, dan moet je de afsluiting niet zomaar aanvaarden. Het kan daarnaast bv. ook gebeuren dat je buur een levende haag bestaande uit planten plaatst terwijl de wettelijke afstand daarvoor niet wordt nageleefd.
Geen wettelijke inbreuk, en dan?
Blijkt dat je buur correct handelde en geen wettelijke spelregels overtrad, dan wordt het moeilijker om je te verzetten tegen de afsluiting. Om in dat geval iets te kunnen ondernemen zou je al moeten aantonen dat de afsluiting je een bovenmatige burenhinder veroorzaakt ook al beging je buur op zich geen enkele fout. Hou er daarbij rekening mee dat bij de beoordeling of er al dan niet sprake is van bovenmatige burenhinder je subjectieve gedachten over de afsluiting (lees : of je ze al dan niet lelijk vindt) geen rol spelen. Je zal integendeel moeten kunnen aantonen dat de afsluiting voor effectieve hinder zorgt, bv. visueel of omdat het je lichtinval belemmert.
Hoe te werk gaan?
Stoort de afsluiting je neem dan in eerste instantie contact met je buur en probeer een oplossing uit te werken. Lukt dat niet dan zou je een verzoeningsprocedure kunnen starten bij de vrederechter. Is ook dat een maat voor niets en kan je een fout of bovenmatige burenhinder aantonen, dan kan je wel eens de afbraak of rooiing van de afsluiting vragen. Eventueel kan je ook een schadevergoeding vorderen.
Jan Roodhooft, avocat (www.advocatenroodhooft.be)