Op de algemene vergadering van mede-eigenaars in een appartementsgebouw zal vaak beslist worden hoeveel er het komende jaar in het reservefonds zal worden gestort. Van welk bedrag kan daarbij worden uitgegaan?
Wettelijke verplichting
Sinds 1 januari 2019 geldt de verplichting om een reservefonds in te richten in appartementsgebouwen waar de voorlopige oplevering van de gemene delen 5 jaar of meer voordien gebeurde. De algemene vergadering kan met een 4/5 meerderheid hiervan afwijken. In recentere gebouwen moet er geen reservefonds worden ingericht tenzij de algemene vergadering met een gewone meerderheid van stemmen beslist om toch een reservefonds aan te leggen.
De algemene vergadering beslist
De algemene vergadering kan jaarlijks beslissen hoeveel er in het reservefonds dient te worden gestort. Dat bedrag kan dan ook jaarlijks variëren. Het gaat dan om een globaal bedrag waarin elke mede-eigenaar zal moeten meebetalen in functie van het aandeel dat zijn kavel heeft in de gemene delen van het gebouw.
Hoeveel storten?
Bij het bepalen van het bedrag wordt best rekening gehouden met hoeveel er al in het reservefonds zit en met de werken die zich wellicht in de loop van de volgende jaren zullen opdringen. In de wet wordt een minimum voorzien. Meer bepaald mag de jaarlijkse bijdrage niet lager zijn dan vijf procent van het totaal van de gewone gemeenschappelijke lasten van het voorgaande boekjaar. De algemene vergadering van mede-eigenaars kan echter met een 4/5 meerderheid van de stemmen beslissen om van deze wettelijke minimumvereiste af te wijken.
Jan ROODHOOFT, advocaat (www.advocatenroodhooft.be)