Het is weer zover: binnen enkele uren dekken we de feestdis. En zoals steeds, willen we dat het mooi is!
Ik deed een beroep op mijn kinderen. Hun examens zaten erop en ik kwam handen tekort. Ze stribbelden wat (veel) tegen, maar ik kan je garanderen dat ze zich kostelijk geamuseerd hebben met het knutselen in de woonkamer. Ik kon ze vanuit mijn bureau horen. Ik wou dat ik mee had kunnen doen!
Ik had ze alle houten gordijnringen gegeven uit de slaapkamer van mijn dochter. Ze wilde een andere look voor haar kamer, een nieuwe wereld. En de nieuw gekozen gordijnen hadden zeilringen. De houten gordijnringen waren dus niet meer nodig.
Ik haalde de markeerstiften boven. De opdracht was eenvoudig: ik wilde dat ze de ringen kleurden, zodat het leek alsof er een lint omheen was gewikkeld. Ik had een voorbeeld gemaakt, want ik ken ze: voorkomen is beter dan genezen.
Uiteindelijk werden de houten ringen kerstkransen. Ik wilde er groene en rode. 22 stuks in het totaal. Snel waren ze niet, maar ze klaarden de klus. En het was leuk om ze nog eens samen te zien knutselen, net als toen ze klein waren!
Ik inspecteerde het werk dat ze gedaan hadden en liet er twee opnieuw maken omdat de gekleurde stukken niet goed genoeg waren. Te rood. Te groen.
Ik gaf ze linten en vroeg ze om er één aan elke houten ring te knopen. Ze mochten daarbij de kleurencombinaties zelf kiezen: als de kleuren maar bij elkaar pasten, was het voor mij allemaal goed.
Mijn kerstkransjes zijn klaar! Ik ga ze gebruiken als servetringen voor mijn oudejaarstafel. Servetten aangekleed op maat van de feestdagen, voor minder ga ik niet!