Het Good Living project, dat waarschijnlijk niet meer voor deze legislatuur is omdat de Raad van State het niet op tijd kon analyseren, wordt ook geconfronteerd met heftige kritiek van architecten en professionals uit de bouwsector.
Het Good Living-project (de naam van de nieuwe Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening) is de baby van Pascal Smet, die ter herinnering moest aftreden na de komst van de Iraanse delegatie op de Brusselse top, en wordt nu geleid door staatssecretaris voor Stedenbouw Ans Persoons (Vooruit). Zonder dit project verliest het beleid van de Vlaamse socialisten aan impact, vandaar de wens om deze tekst zo snel mogelijk aan te nemen, zelfs als dat betekent dat het advies van de Raad van State buiten beschouwing wordt gelaten. Het probleem is dat minister Bernard Clerfayt (Défi), die zijn wet op dierenwelzijn verworpen zag worden door de Brusselse socialisten en Groenen, dat niet zo ziet en weigert het project van zijn collega te steunen zonder het advies van de Raad van State. Bovendien zijn de andere partners van de meerderheid deze blokkering ook genegen… Good Living zit dus in de problemen.
Maar deze politieke tweespalt is niet het enige obstakel dat de nieuwe Brusselse RRU in de weg staat. Ook bouw- en vastgoedprofessionals en erfgoedverdedigers zijn van plan deze tekst te blokkeren en hebben daarom een open brief aan de Brusselse regering gestuurd. Hoewel zij het ermee eens zijn dat de huidige verordening achterhaald is en inderdaad moet worden herzien om de doelstelling te bereiken om een duurzamere, groenere en beter bestand tegen klimaatverandering te creëren, hekelen zij verschillende elementen, waaronder het begrip "goede ontwikkeling ", dat op allerlei manieren in de ontwerptekst wordt verwoord en dat het belangrijkste, zo niet het enige criterium van waardering lijkt te zijn.
Zo zou voor belangrijke kwesties als sloop of de hoogte en het aantal verdiepingen van gebouwen, het beoordelen van stadsontwikkelingsprojecten niet langer gebeuren op basis van de naleving van in kwantificeerbare termen uitgedrukte regels (aantal, meters, percentages,…), maar op basis van een beoordeling die per geval aan het oordeel van de overheid wordt overgelaten. Alles is dus gebaseerd op dit ene concept van "goede planning", waardoor de overheid altijd de macht van het laatste woord zou hebben. In een rechtsstaat moeten overheidsinstanties hun taken echter uitoefenen volgens de richtlijnen die zijn vastgelegd in een reeks rechtsnormen. Normen die burgers (tot wie ze zijn gericht) in staat moeten stellen de gevolgen te overzien die voortvloeien uit de onderwerping aan de norm of de schending ervan.
Volgens deze groepering laat de huidige praktijk zien hoe moeilijk het is om de beoordeling van het vage concept van een "goede locatieplanning" te objectiveren, waardoor het kan verschillen en fluctueren tussen de verschillende mensen die tijdens het hele proces over een vergunningsaanvraag moeten beslissen. Het is niet ongebruikelijk dat verschillende ambtenaren van dezelfde administratie verschillende of zelfs tegengestelde opvattingen hebben over hetzelfde project. En het is niet ongebruikelijk dat gemeenten en regio’s het ook over dit onderwerp oneens zijn. Als gevolg hiervan zal Good Living voor de meeste actoren op het terrein (architecten, stedenbouwkundigen, advocaten, projectontwikkelaars, erfgoedverenigingen,…) leiden tot verlengde procedures (die nu al te lang zijn in Brussel!), maar ook van rechtsonzekerheid.
Maar dat is nog niet alles. Dezelfde professionals hekelen ook het risico van een stijging van de huizenprijzen in het Brussels Gewest. Gebaseerd "op normen die aan de realiteit ontsnappen", zullen deze prijzen een rem zetten op de productie van nieuwe woningen en de renovatie van bestaande gebouwen. Brussel kampt echter met een schrijnend gebrek aan woningen op zijn grondgebied…
Om deze verschillende redenen "vraagt de beroepsgroep de regering om de goedkeuring van de tekst uit te stellen om de volledige werking van de daarin uiteengezette principes te verzekeren en duidelijke regels te specificeren voor de toekomst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest".