Aan het einde van mijn straat vind je Marcello’s moestuin. In de buurt weet iedereen wie de kleine man met de snor is die zijn leven lang op zijn lap grond werkt. Mensen zwaaien naar hem als ze hem passeren, ook al kennen ze hem niet echt. Hij maakt eigenlijk wat deel uit van het landschap…
Onlangs nam ik de tijd om hem te feliciteren met zijn mooie moestuin, waarin rijen bloemen en rijen groenten elkaar afwisselen. Een lust voor het oog. En ik kan je vertellen: Marcello is een prater. En deelt graag zijn passie.
Hij vertelde me dat de bloemen in zijn tuin er niet alleen zijn om er mooi uit te zien. De geel-oranje pompons, die Afrikaantjes genoemd worden, staan er om zijn gewassen te helpen verzorgen.
Ik leerde dat de Afrikaantjes planten zijn die ervoor bekend staan dat ze van ongedierte in de moestuin verdrijven. De sterke geur van de mooie bloemen verjaagt bladluizen, mieren, rupsen en zelfs de kleine wormpjes die planten en groenten verslinden. Kortom, een killer!
Ik moet toegeven, en dat heb ik Marcello ook verteld, dat ik nooit echt veel bereikt heb van mijn moestuindromen. Mijn pogingen worden altijd gestaakt: de insectenplagen krijgen altijd de overhand.
Hij legde me uit dat Afrikaantjes niet alleen problemen kunnen voorkomen, maar ook een al besmette moestuin kunnen redden: een afkooksel van de bladeren op de tuin sproeien, kan hem ontsmetten. Een indrukwekkende insectendodende kracht.
Het voordeel van Afrikaantjes? Het is een plant die in gewone grond groeit en weinig onderhoud nodig heeft. Hij bloeit de hele lente en zomer en heeft heel weinig water nodig. Bovendien trekken de bloemen ook bestuivende insecten aan: nog een manier om meer en beter te produceren.
Marcello lachte. Dat was het, hij had alles gezegd. Hij sneed een bloem af en gaf die aan mij. Ik hoop dat hij niet bedoelde dat ik een ongewenste plaag was. Hij ging terug naar zijn moestuin. Ik ging verder met mijn dag. Maar ik zal het niet vergeten. Mijn volgende poging tot groenten kweken in de tuin zal meteen ook bloeien!