Als je verhuurder een woninghuurovereenkomst opzegt kan je als huurder soms een vergoeding ten belope van 18 maand huur van hem vragen. Wanneer is dat precies het geval? Wat kan je verhuurder ‘tegenargumenteren’?
Opzeg voor eigen gebruik
Als je verhuurder de huurovereenkomst opzegt voor eigen gebruik, dan moet deze het pand gedurende ten minste twee jaar werkelijk en doorlopend betrekken (de wet zegt niet dat hij het pand moet gaan bewonen). Gebeurt dat niet dan heb je als huurder recht op een vergoeding van 18 maanden huur. Om op die vergoeding gerechtigd te zijn moet je als huurder overigens geen schade aantonen.
En voor verbouwingen?
Geeft je verhuurder een opzeg om verbouwingen te gaan doen in het verhuurde pand, dan moet hij de werken starten binnen de zes maanden na het verstrijken van de opzegtermijn (of als de huurovereenkomst verlengd wordt na de teruggave van het goed door de huurder). De werken moeten bovendien beëindigd worden binnen de 24 maanden na het verstrijken van de opzegging door de verhuurder (of bij verlenging van de huur na teruggave). Als de verhuurder deze spelregels niet naleeft kan je huurder al eveneens een schadevergoeding van hem vragen ten belope van 18 maanden huur.
Buitengewone omstandigheden
Op de voorgaande regels geldt wel een uitzondering als de verhuurder onvoorzienbare en buitengewone omstandigheden kan aantonen die onafhankelijk zijn van zijn wil. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een overlijden of een ernstige ziekte.
Jan ROODHOOFT, advocaat (www.advocatenroodhooft.be)