De federale regering schrapt de aftrek van hypotheekrente voor mensen die een lening aangaan voor een woning die niet hun hoofdverblijfplaats is. Dit raakt onder meer vastgoedinvesteerders en particulieren die een tweede woning kopen om te verhuren.

De maatregel, die deel uitmaakt van het regeerakkoord, heeft al tot discussie geleid. Toch is minister van Financiën Jan Jambon (N-VA) ervan overtuigd dat de regeling juridisch standhoudt. In het parlement benadrukte hij dat de afschaffing niet met terugwerkende kracht zal gelden. Pas vanaf de aangifte in 2025 zal de nieuwe regeling in werking treden.
Kritiek op "contractbreuk"
Niet iedereen is tevreden. Vincent Van Quickenborne (Open Vld) uitte dinsdag in de Kamercommissie Financiën felle kritiek op de beslissing. Hij spreekt van een "contractbreuk": "Dit treft duizenden mensen die contracten hebben afgesloten, en die nu zomaar worden verscheurd."
Van Quickenborne waarschuwde dat een soortgelijke maatregel in 2013 werd teruggedraaid door het Grondwettelijk Hof. Toen werd de afschaffing van de renteaftrek voor passiefwoningen onwettig verklaard.
Jambon verdedigt de ingreep
Minister Jambon benadrukte het budgettaire belang van de maatregel. Volgens hem kampt België met een "extreem problematisch begrotingstekort". "Het is nodig om de trend te keren, in het belang van de toekomstige generaties," aldus de minister.
Daarom moeten volgens hem de sterkste schouders bijdragen, waaronder mensen die extra inkomsten uit vastgoed halen. Om de impact te verzachten, wordt een belastingverlaging van 1,5 miljard euro doorgevoerd, vooral voor de werkende middenklasse.