Als je een pand huurt of verhuurt kan er een huurwaarborg gevraagd worden. Wat zegt de wet over hoe hoog die juist mag zijn? En op welke wijze moet de huurwaarborg precies worden gesteld?

Een verhuurder is niet verplicht om een huurwaarborg te vragen aan zijn huurder maar hij mag dat doen. De wet geeft evenwel soms spelregels aan over de omvang van de huurwaarborg en de wijze waarop die kan worden gesteld. Maar wat moet je daarvan weten?
Woninghuur
Als je een huis of appartement (ver)huurt dat de huurder als hoofdverblijfplaats gebruikt, dan zegt de wet hoe hoog de huurwaarborg mag zijn en op welke wijze die mag worden gesteld. Is het onroerend goed in Vlaanderen gelegen, dan mag de huurwaarborg maximaal drie maand huur bedragen.
De huurwaarborg kan in het Vlaamse gewest op meerdere manieren gesteld worden. De huurder mag daarbij kiezen tussen deze systemen. Meestal wordt er gekozen voor een waarborg die gestort wordt op een geblokkeerde rekening op naam van de huurder bij een financiële instelling. De huurder kan daarnaast ook kiezen voor een bankwaarborg die hij in schijven aan de bank afbetaalt. Verder kan de huurder ook kiezen voor een bankwaarborg die gesteld wordt via het OCMW. In Vlaanderen verstrekt het Vlaams Woningfonds huurwaarborgleningen opdat huurders hun waarborg zouden kunnen betalen bij het huren van een woning of appartement.
Wallonië en Brussel
Is de woning of het appartement gelegen in Wallonië dan mag de huurwaarborg maar twee maand huur bedragen. Ook daar kan er gewerkt worden met een geblokkeerde rekening op naam van de huurder en een bankwaarborg (eventueel via het OCMW). In het Brusselse gewest is het sinds1 november 2024 ook mogelijk om te opteren voor een zakelijke zekerheidsstelling bij een door de FSMA erkende financiële instelling op naam van de huurder of een persoonlijke borg. Deze regel is van toepassing op huurovereenkomsten die zijn gesloten of verlengd sinds 1 november 2024. In Brussel kan een huurder ook terecht bij het Woningfonds (https://fonds.brussels/nl/huurwaarborg#paragraph-id-1568), in Wallonië kan de huurder aankloppen bij de Waalse Maatschappij voor Sociaal Krediet.
Handelshuur
Als er sprake is van een handelshuur dan geeft de wet geen maximumbedrag aan dat de verhuurder als huurwaarborg kan vragen. Hoe hoog de huurwaarborg is wordt dan overeengekomen tussen de huurder en de verhuurder. Vaak wordt bij een handelshuurovereenkomst gekozen voor een waarborg van zes maanden (of zelfs meer). De verhuurder kan deze waarborg – in tegenstelling tot bij een woninghuur – ook op zijn eigen rekening laten storten. Bij een handelshuur gebeurt het ook weleens dat er gewerkt wordt met een bankwaarborg. Bij een verhuur voor korte duur (pop-upstores) in het Brussels gewest mag de huurwaarborg niet hoger zijn dan één maand huur.
Studentenkamer
Is er sprake van de verhuur vaan een studentenkamer, dan kan de verhuurder in het Vlaams gewest als huurwaarborg maximaal twee maanden huur vragen. De waarborg moet ten vroegste twee maanden voor de inwerkingtreding van de huurovereenkomst door de huurder verstrekt worden. De huurwaarborg wordt ofwel geplaatst op een geïndividualiseerde rekening bij een financiële instelling op naam van de huurder, ofwel gestort op een door de verhuurder opgegeven rekening.
Voor studentenkamers die in Brussel gelegen zijn, geldt er geen specifieke regeling rond de huurwaarborg. De huurder en de verhuurder hebben dan ook een zeer grote vrijheid om onderling afspraken te maken over de hoogte van de waarborg en de manier waarop die gesteld moet worden. In Wallonië is de huurwaarborg voor studentenkamers beperkt tot twee maanden.
Andere contracten
Bij de verhuur van een vakantieverblijf, garage of bv. een bureelruimte, kan de verhuurder het bedrag van de waarborg en de wijze waarop die gesteld wordt, met de huurder vrij overeenkomen. De wet geeft daar dus geen minima of maxima aan wat betreft het bedrag dat als waarborg kan worden gevraagd.
Jan Roodhooft, advocaat (www.advocatenroodhooft.be)