Nieuw-Zeeland laat opnieuw rijke buitenlanders toe op de vastgoedmarkt, maar alleen als ze beschikken over een XXL-budget.

Nieuw-Zeeland zet gedeeltelijk een stap terug. Na een verbod van zes jaar stelt het land zijn vastgoedmarkt opnieuw open voor vermogende buitenlandse kopers. Maar let op: met een bescheiden bankrekening kom je er niet. Je moet minstens 5 miljoen Nieuw-Zeelandse dollar (ongeveer 2,5 miljoen euro) investeren over een periode van drie jaar om een kans te maken op een villa in de Zuidelijke Stille Oceaan.
De rem wordt gelost
De maatregel werd in 2018 ingevoerd door de toenmalige regering onder leiding van Jacinda Ardern. Het moest de ontspoorde vastgoedmarkt temperen — een situatie die gestuwd werd door immigratie en een te beperkt woningaanbod.
Een markt in transitie
De vastgoedprijzen dalen al twee jaar, maar het woningtekort blijft nijpend. Gevolg: Nieuw-Zeelanders slagen er nog steeds moeilijk in om eigenaar te worden. De regering zoekt nu een delicate balans: investeerders aantrekken zonder opnieuw torenhoge prijsstijgingen uit te lokken. Een tweesnijdend zwaard dat met de nodige voorzichtigheid gehanteerd moet worden dus.