Het Kasteel van Saint-Cloud, hooggelegen en uitkijkend over de Seine, was één van de schitterendste symbolen van de Franse monarchale en keizerlijke pracht. Vandaag is het verdwenen: enkel herinneringen, gravures en een uitgestrekt park blijven over.

De oorsprong van een prinselijke residentie
Het domein van Saint-Cloud kende een bloei tijdens de renaissance. In 1577 kocht Catharina de Medici er een landhuis, maar het was haar schoonzoon Jérôme de Gondi die het omvormde tot een elegante residentie. In 1658 kocht Lodewijk XIV het eigendom voor zijn jongere broer, Philippe d’Orléans, ook wel ‘Monsieur’ genoemd. Het kasteel werd toen uitgebreid en verfraaid, tot een prinselijke verblijfplaats die kon wedijveren met Versailles.
Speeltuin van de Franse geschiedenis
Doorheen de eeuwen werd Saint-Cloud een bevoorrechte plek voor politiek en het mondaine leven. Marie-Antoinette verbleef er regelmatig, en hier werd op 18 Brumaire (1799) de staatsgreep ondertekend die Bonaparte aan de macht bracht. Later maakten Napoleon I en Napoleon III er één van hun favoriete residenties van. Het rijkelijk gedecoreerde paleis huisvestte prachtige galerijen en tuinen ontworpen door Le Nôtre.
De brand van 1870: het doodvonnis
De oorlog van 1870 betekende het einde van het kasteel. Op 13 oktober, tijdens het beleg van Parijs, veroorzaakte een Pruisische granaat een allesvernietigende brand. Binnen enkele uren verteerden de vlammen de daken en salons, waarna enkel smeulende ruïnes overbleven. Het paleis werd nooit heropgebouwd en uiteindelijk volledig gesloopt in 1892…
Wat blijft er over van Saint-Cloud?
Vandaag blijft enkel het uitgestrekte park van Saint-Cloud over. Dat is als historisch monument beschermd en behoudt het ontwerp van de tuinen van Le Nôtre, met fonteinen en majestueuze lanen. De afwezigheid van het kasteel en de herinnering aan de vergane pracht, verleent de plek een bijzondere melancholie: wandelaars en historici zien er enkel nog de leegte in een groen omhulsel, een stille getuige van een verdwenen weelde.