In mijn bed liggen 3 kussens. Vreemd misschien, maar ik hou ervan om mijn hoofd tussen mijn twee kussens te klemmen. Ik leg mijn hoofd niet op, maar laat het verdwijnen tussen de kussens. Waarschijnlijk heb ik één of andere vorm van therapie nodig… maar het is wat het is. Het betekent ook dat mijn kussens goed vol moeten zijn. Lekker dik. Allesbehalve plat en futloos.

Om ze weer luchtig te maken, schud ik ze op, klop ik ze uit, kneed ik ze en vorm ik ze tot een grote romige wolk. En als dat niet meer volstaat, gebruik ik een andere, wat doortastendere techniek.
Ik steek het kussen in de droogkast, voor een twintigtal minuten, met in de trommel ook twee tennisballen. Die botsen tegen de binnenwanden en slaan zo op het kussen, waardoor de vulling weer lucht krijgt. Ze zorgen ervoor dat de lucht beter circuleert tussen de vezels.
De kracht van de tennisballen en de duur van het proces zorgen voor een beter resultaat dan manueel geklop. Ik kies daarbij voor een zachte cyclus op lage temperatuur: zo vermijd je problemen!
Het helpt ook om het vocht te verwijderen dat in het kussen trekt wanneer we ons hoofd erop leggen. Ons lichaam geeft immers vocht af, dat de vulling uiteindelijk plat drukt en de vezels aan elkaar doet kleven. Na verloop tijd worden ze dunner en verdwijnen ze zelfs. En dan krijg je van die lege plekken in het kussen.
Ik probeer ook de hulp van de zon in te roepen om mijn kussens weer volume te geven. Die helpt om het vocht eruit te laten verdampen. Ik hang ze buiten aan de waslijn, in de tuin: drie wasknijpers en klaar. Natuurlijke verluchting, pure winst! En bovendien: zonlicht ontsmet kussens deels – dag nare geurtjes.
Of je nu voor chique dons gaat of voor synthetische vulling, het werkje moet gebeuren. En uiteraard ook regelmatig. Als je te lang wacht, wordt het lastig.
Volumineus, mooi gevormd, lekker dik! Meteen naar bed en genieten maar!