Bij de verkoop van een onroerend goed vraagt de koper vaak om in de compromis een opschortende voorwaarde te lassen van het bekomen van een hypothecaire lening. Om discussies te vermijden is het aangewezen meteen te voorzien welk bedrag de koper moet kunnen lenen. Waarom is dat het geval?
Opschortende voorwaarde
Kandidaat-kopers die al een compromis willen tekenen zonder zeker te zijn dat ze een lening kunnen krijgen zullen vaak vragen of de koop kan worden afgesloten onder de opschortende voorwaarde van het bekomen van zulke lening. Weet wel dat de verkoper het eens moet zijn om een dergelijke voorwaarde te kunnen opnemen. Staat er zo’n voorwaarde in de compromis en krijgt de koper uiteindelijk geen lening dan gaat de verkoop niet door.
Bedrag opnemen
Het is aangewezen meteen te voorzien welk bedrag de koper moet kunnen lenen. Het zou nu eenmaal perfect kunnen gebeuren dat de koper niet het ganse bedrag van de aankoop kan of moet lenen maar slechts een deel daarvan. Dit geldt des te meer vanaf begin 2022 omdat de geschatte waarde van een woning vanaf dan zal dienen als basis voor het toekennen van een woonkrediet.
En anders?
Werd er geen bedrag opgenomen dan kan er wel eens een discussie rijzen of de opschortende voorwaarde al dan niet vervuld is. De kans is dan groot dat de kandidaat-koper zal zeggen dat dat niet het geval is als hij niet het ganse bedrag van de aankoop kan lenen.
Jan Roodhooft, advocaat (www.ra-advocaten.be)