Nu de energieprijzen constant stijgen is het meer dan ooit nodig om je verbruik in de gaten te houden. Verlichting is goed voor 10 tot 15% van het energieverbuik. We geven je enkele tips!
1. Verlicht wanneer het echt nodig
Het is logisch: doe je lampen alleen aan wanneer dat echt nodig is. Natuurlijk licht is gratis, dus open vensterluiken en gordijnen om er zoveel mogelijk van te genieten. De beste manierom te besparen op verlichting is door… het niet aan te doen. Gebruik wel je gezond verstand en vermoei je ogen niet!
2. Kies lichte tinten
Een interieur in lichte tinten zal lichter zijn dan een donker interieur, want het reflecteert het licht. Dat geldt ook voor je vloer!
3. Spaarlampen
Als dat nog niet gebeurd is, vervang je oude gloeilampen dan door spaarlampen. Met het verschil op de elektriciteitsfactuur is die investering heel snel terugbetaald!
4. Stof af!
Een lamp moet het licht zoveel mogelijk reflecteren: stof de lampoulen en de structuur errond regelmatig af, zodat het licht zo goed mogelijk gereflecteerd wordt. Zo kan je zelfs een tweede lichtbron onnodig maken!
5. Bewegings- en lichtsensoren
Een lamp vergeten uit te doen, het overkomt iedereen wel eens. Om te vermijden dat een lamp onnodig blijft branden, kan een bewegingssensor een oplossing zijn: bij afwezigheid gaat de lamp automatisch uit. Kies voor sensoren in ruimtes die altijd duister zijn en waar je bijna altijd het licht moet aandoen: de kelder, de garage, het toilet, …
Een lichtsensor zal de lichtintensiteit regelen in functie van het daglicht. Als het donker is, zal de lamp op volle intensiteit branden. Overdag zal de lamp slechts zwak branden. Sommige lampoelen hebben een lichtsensor en gaan automatisch aan zodra er te weinig licht is.